Terug naar de lijst

PEILEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Koelvloeistof

Het peil wordt gecontroleerd met stilstaande motor en op een horizontale ondergrond. Het peil bij koude motor moet liggen tussen de markeringen “MINI” en “MAXI” op het koelvloeistofreservoir 1.

Vul bij koude motor bij, voordat het peil onder de markering “MINI” zakt.

Regelmatige controle van het peil

Controleer regelmatig de peilen van de koelvloeistof (de motor kan ernstig beschadigen door een gebrek aan koelvloeistof).

Vul uitsluitend bij met door onze technische dienst goedgekeurde producten die zorgen voor een bescherming van het koelsysteem:

- bescherming tegen bevriezen;

- bescherming tegen corrosie van het koelcircuit.

Opmerking: bij een nieuwe auto in de inrijfase kan het koelvloeistofpeil hoger zijn dan de markering “MAXI” op de tank; later kan dit zakken naar een peil tussen “MINI” en “MAXI”. Dit levert geen risico op.

Niet onder de motorkap werken als de auto wordt opgeladen of wanneer de motor niet uit staat.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen

Zolang de motor warm is, mogen er geen werkzaamheden aan de motor en het koelsysteem worden uitgevoerd.

Risico van brandwonden.

Interval voor het vervangen

Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Het aandrijfsysteem van de elektrische auto gebruikt ongeveer 400 volt gelijkspanning.

Dit systeem kan tijdens en na het uitzetten van het contact onder spanning staan. Let op de waarschuwingen op de stickers in de auto.

Elke ingreep of wijziging aan het elektrische 400 V-systeem van het voertuig (componenten, kabels, connectoren, tractiebatterij) is strikt verboden.

Risico van ernstige brandwonden of mogelijk dodelijke elektrische schokken.

Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

Remvloeistof

Controle van het peil moet bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond plaatsvinden. Controleer regelmatig het peil van de remvloeistof en zeker als u bij het remmen een verschil, hoe gering ook, opmerkt.

Interval voor het vervangen

Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Vullen

Na werkzaamheden aan het hydraulische circuit moet de remvloeistof worden vervangen door een deskundige. Gebruik hiervoor uitsluitend door onze technische dienst goedgekeurde remvloeistof uit een verzegelde verpakking.

Peil 2

Het is normaal dat het remvloeistofpeil daalt naarmate de remvoeringen slijten, maar het mag nooit zakken tot onder de markeringsstreep “MINI.

Als u zelf de slijtage van de schijven wilt controleren, dan kunt u bij de merkdealer of op de website van de fabrikant een document verkrijgen met een controlemethode.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Sommige onderdelen onder de motorkap kunnen tijdens onderhoud warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien.

Risico op brandwonden of verwondingen.

Voorruitsproeierreservoir

Vullen

Open de dop 3, vul tot u de vloeistof ziet en sluit de dop weer.

Vloeistof

Gebruik alleen ruitensproeiervloeistof met antivries.

Wij adviseren u een erkende dealer of een gekwalificeerde vakman te raadplegen.

Opmerking: gebruik geen hard water (risico op beschadiging van de aanzuigpomp, kalkafzetting op de pomp en de sproeiers).

Sproeiers

De sproeiers van de voorruit kunt u met een naald in de juiste stand richten.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen

HET VLOEISTOFPEIL EN DE ZEKERINGEN CONTROLEREN