Controleen waarschuwingslampjes

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Controleen waarschuwingslampjes

Introductie

De hier vermelde infoweergave HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
WAARSCHUWING
Als er geen visueel of geluidssignaal terug komt, geeft het een storing van het instrumentenpaneel weer. U moet direct stoppen zonder het overige verkeer in gevaar te brengen. Zorg dat de auto inderdaad goed gestopt is en neem contact op met een merkdealer.
Instrumentenpaneel A: licht op bij het aanzetten van het contact. Pas de intensiteit aan door zo vaak als nodig de schakelaar 1 omlaag of omhoog te drukken.
Instrumentenpaneel B: licht op bij het aanzetten van het contact. Pas de intensiteit aan door zo vaak als nodig de schakelaar 1 omlaag of omhoog te drukken.
Raad
Het waarschuwingslampje geeft aan dat u meteen voorzichtig naar een merkdealer moet rijden. Als u dit advies negeert, loopt u het risico dat uw auto beschadigd wordt.
Het oplichten van sommige controlelampjes gaat vergezeld van een boodschap.
Controlelampje markeringslicht
Controlelampje grootlicht
Controlelampje dimlicht
Controlelampje mistlichten voor
Controlelampje mistachterlicht
Waarschuwingslampje automatisch grootlicht VERLICHTING EN SIGNALISATIE
Controlelampje richtingaanwij-zers links
Controlelampje richtingaanwijzers rechts
waarschuwingslampje voorAirbag
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Als het niet oplicht bij het aanzetten van het contact of als het oplicht bij draaiende motor, wijst dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg zo snel mogelijk een merkdealer.
Waarschuwingslampje brandstofpeil
Dit lampje verschijnt als u het contact aan zet en het verdwijnt na enkele seconden.
Ga zo snel mogelijk tanken als dit lampje oplicht tijdens het rijden. Er is dan nog voldoende brandstof over om nog ongeveer 50 km te rijden.
Waarschuwingslampje 'onmiddellijk stoppen'
Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact en dooft zodra de motor start. Het gaat tegelijk met andere waarschuwingslampjes en/of boodschappen branden en gaat vergezeld van een geluidssignaal.
Voor uw veiligheid dwingt dit u direct te stoppen zodra dit op veilige wijze kan. Stop de motor en start deze niet opnieuw.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje remsysteem en waarschuwingslampje handrem aangetrokken
Het gaat branden bij het aanzetten van het contact en dooft zodra de handrem is vrijgezet.
Als het tijdens het remmen gaat branden met het waarschuwingslampje en er een geluidssignaal klinkt, dan wijst het op een daling van de hoeveelheid remvloeistof of een storing aan het remsysteem.
Stop op een veilige plaats en roep de hulp in van een merkdealer.
WAARSCHUWING
Voor uw eigen veiligheid dwingt het waarschuwingslampje u onmiddellijk te stoppen zonder het verkeer in gevaar te brengen. Stop de motor en start deze niet opnieuw. Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje laadstroom
Dit lampje verschijnt als u het contact aan zet en het verdwijnt na enkele seconden.
Als het tijdens het rijden gaat branden samen met het waarschuwingslampje en er een geluidssignaal klinkt, betekent dit dat het elektrische circuit onvoldoende of te veel geladen wordt.
Stop op een veilige plaats en roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje oliedruk
Dit lampje verschijnt als u het contact aan zet en het verdwijnt na enkele seconden.
Als het tijdens het rijden gaat branden samen met het waarschuwingslampje en er een geluidssignaal klinkt, moet u direct stoppen en het contact uitzetten.
Controleer het oliepeil. Als het peil normaal is, betreft het waarschuwingslampje iets anders. Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje
Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact en dooft zodra de motor start. Het kan tegelijk met andere controlelampjes en/of berichten verschijnen.
Dit betekent dat u zo snel mogelijk, maar wel voorzichtig, naar een merkdealer moet rijden. Als u dit advies negeert, loopt u het risico dat uw auto beschadigd wordt.
Waarschuwingslampje luchtverontreiniging
Voor de auto’s die hiermee uitgerust zijn, licht het op bij het starten van de motor en daarna dooft het.
  • Als het continu brandt, moet u zo snel mogelijk een erkende Dealer raadplegen.
  • Als het knippert, moet u vaart verminderen tot het knipperen ophoudt. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende dealer TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN.
Controlelampje antiblokkeersysteem
Dit lampje verschijnt als u het contact aan zet en het verdwijnt na enkele seconden.
Als dit lampje tijdens het rijden oplicht, wijst dit op een storing in het ABS-systeem.
Er kan dan met de auto worden geremd als bij een auto zonder ABS. Raadpleeg snel een merkdealer.
Controlelampje elektronisch stabiliteitssysteem (ESC) en tractiecontrole
Dit lampje verschijnt als u het contact aan zet en het verdwijnt na enkele seconden.
Het waarschuwingslampje HULPEN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN kan om verschillende redenen gaan branden
Waarschuwingslampje roetfilter BIJZONDERHEDEN VERSIES MET DIESELMOTOR
Waarschuwingslampje voor het reagenspeil en storingen in het EGR-systeem REAGENSTANK
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
Bij het aanzetten van het contact of als de motor wordt gestart als deze koud is, kan het blauw gaat branden.
Als het rood wordt, moet u stoppen en de motor een tot twee minuten stationair laten draaien.
De temperatuur moet zakken en het waarschuwingslampje moet verdwijnen. Als dit niet zo is moet u de motor stoppen. Laat de koelvloeistof afkoelen voordat u het peil ervan controleert PEILEN, FILTERS.
Als het peil normaal is, betreft het waarschuwingslampje iets anders. Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje motor op stand-byFUNCTIE STOP AND START
Waarschuwingslampje motor op stand-by niet beschikbaarFUNCTIE STOP AND START
Controlelampje bij te lage bandenspanning
(afhankelijk van de auto)
Dit lampje verschijnt als u het contact aanzet of de motor start, en het verdwijnt na enkele seconden CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING.
Controlelampje voorverwarming (dieselmotor)
Met contact aan, moet het oplichten. Het geeft aan dat voorverwarmingsstiften werken. Het dooft als de voorverwarming klaar is. De motor kan starten.
Waarschuwingslampje wegliggingscontrole HULPEN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Waarschuwingslampje voet op het rempedaal
Dit lampje verschijnt wanneer u het rempedaal moet intrappen AUTOMATISCHE TRANSMISSIE.
Waarschuwingslampjes snelheidsregelaar en snelheidsbegrenzerSNELHEIDSBEGRENZER en SNELHEIDSREGELAAR
Waarschuwingslampje adaptieve snelheidsregelaarADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
Indicatielampjes voor overschakelen naar de volgende versnelling
Dit verschijnt wanneer u beter naar een hogere versnelling (pijl omhoog) of een lagere versnelling (pijl omlaag) zou schakelen TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
waarschuwingslampje -modus. ECO
Dit lampje verschijnt als de ECO-modus is geactiveerd TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
Perfo Controlelampje prestatiemodus
Dit lampje verschijnt als de prestatiemodus is geactiveerd TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
Controlelampje vrijloopmodus
Dit lampje verschijnt als de vrijloopmodus wordt geactiveerd TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN.
Waarschuwingslampje van het niet dragen van de autogordels voorAUTOGORDELS VOORIN
Het waarschuwingslampje verschijnt op het centrale display A wanneer het voertuigcontact wordt ingeschakeld terwijl de veiligheidsgordel van de bestuurder en/of de passagier voorin en/of de passagier achterin (als de passagiersstoel bezet is) niet is vastgemaakt.
Controlelampje geopend portier
Dit brandt als het contact aan staat en een portier niet goed is gesloten.