Spiegels
Spiegels
WAARSCHUWING
Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.
WAARSCHUWING
Voorwerpen die worden waargenomen in de achteruitkijkspiegel zijn in werkelijkheid
dichterbij dan ze lijken.
Voor uw eigen veiligheid dient u hiermee rekening te houden bij het bepalen van de
afstand, voordat u een manoeuvre uitvoert.
Elektrisch verstelbare buitenspiegels

Afstellen
Zet het contact aan en selecteer de buitenspiegel met de schakelaar 2. Zet de spiegel daarna met de knop 1 in de gewenste stand.
Inklapbare buitenpiegels
De buitenspiegels klappen automatisch uit wanneer de auto wordt ontgrendeld (schakelaar
3 in stand B). De spiegels klappen automatisch in bij het vergrendelen van de auto.
U kunt altijd het inklappen (schakelaar 3 in stand C) of het uitklappen (schakelaar 3 in stand A) van de spiegel regelen.
De automatische werking is dan uitgeschakeld. Om deze opnieuw te activeren, zet u
schakelaar 3 op B.
Verwarmde achteruitkijkspiegels
Bij draaiende motor werkt de verwarming van de buitenspiegels tegelijk met de achterruitverwarming.
Binnenspiegel

De binnenspiegel is verstelbaar.
Spiegel met hendel 4
Om te voorkomen dat u in het donker verblind wordt door de koplampen van achter u
rijdende voertuigen, kunt u de achteruitkijkspiegel kantelen met het knopje 4 achter de spiegel.
Spiegel zonder knopje 4
De achteruitkijkspiegel wordt automatisch donkerder wanneer er een auto achter u rijdt
met groot licht of zeer fel licht.
Groothoekspiegel 6

(afhankelijk van de auto)
Zet de zonneklep 5 omlaag om bij de groothoekspiegel te kunnen die beter zicht opzij biedt tijdens het
manoeuvreren.

De bestuurder heeft uitzicht via:
- D de groothoekspiegel;
- E de ruit van de passagier;
- F de buitenspiegel.