KINDERVEILIGHEID: installatie van kinderzitje, algemeen

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Op bepaalde zitplaatsen mogen geen kinderzitjes bevestigd worden.

De diagrammen op pagina’s KINDERZITJES: bevestiging met autogordel en KINDERZITJES: bevestiging via het ISOFIX-systeem laten zien waar u een kinderzitje moet plaatsen.

De genoemde types kinderzitjes zijn niet overal leverbaar. Controleer, voordat u een ander kinderzitje gebruikt, bij de fabrikant of het gemonteerd kan worden.

Aan de voorkant

Het vervoer van een kind op de plaats van de voorpassagier is niet in alle landen toegestaan. Raadpleeg de geldende wetgeving en volg de aanwijzingen van het schema op de volgende bladzijde.

Voordat u een kinderzitje op deze plaats installeert (indien dit toegestaan is):

- zet de autogordel zo ver mogelijk naar beneden;

- schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren;

- zet de rugleuning enigszins schuin (ongeveer 25°);

- zet de zitting, indien mogelijk, zo ver mogelijk omhoog.

Zet de hoofdsteun van de stoel steeds goed omhoog zodat deze het kinderzitje niet hindert HOOFDSTEUNEN VOOR.

Als het kinderzitje is geïnstalleerd en als dit mogelijk is, verplaatst u de autostoel indien nodig naar voren (voor de nodige ruimte op de achterste zitplaatsen voor de passagiers of andere kinderzitjes). Een kinderzitje dat achterstevoren staat, mag het dashboard niet raken of niet in maximale naar voren geschoven positie staan.

Wijzig de andere afstellingen niet meer na het installeren van het kinderzitje.

Monteer het kinderzitje bij voorkeur op een zitplaats achterin.

Controleer of het kinderzitje of de voeten van het kind het goed vergrendelen van de voorstoel niet belemmeren. VOORSTOELEN ZONDER ELEKTRISCHE VERSTELLING.

Controleer of het kinderzitje, door het installeren ervan in de auto, niet loskomt van het onderstel.

Als u de hoofdsteun moet verwijderen, berg deze dan goed op zodat deze niet in een projectiel kan veranderen bij krachtig remmen of een botsing.

Maak het kinderzitje altijd goed vast aan de auto, ook als het niet in gebruik is, zodat het niet in een projectiel kan veranderen bij krachtig remmen of een botsing.

KANS OP DODELIJK OF ERNSTIG LETSEL: controleer nadat u een kinderzitje achterstevoren op deze stoel plaatst of de airbag is uitgeschakeld PASSAGIERDETECTIESYSTEEM KINDERVEILIGHEID: uitschakelen, inschakelen passagier voorin airbag.

Op zitplaats achter aan de zijkant

Een reiswieg wordt dwars in de auto geïnstalleerd en neemt ten minste twee zitplaatsen in beslag. Plaats het hoofd van het kind aan de tegenover het portier gelegen kant.

Zet de voorstoel van de auto zo ver mogelijk naar voren om een kinderzitje achterstevoren te installeren, en zet daarna de stoel ervoor zo ver mogelijk terug zonder dat deze tegen het kinderzitje komt.

Voor de veiligheid van het vooruit geplaatste kind:

- zet de desbetreffende stoel zo ver mogelijk naar achteren;

- zet de stoel vóór het kind naar voren en stel de positie van de rugleuning in om contact tussen de stoel en de benen van het kind te vermijden.

Verwijder altijd de hoofdsteun van de achterstoel waarop het kinderzitje wordt geplaatst. HOOFDSTEUN ACHTER. Zet de achterstoel indien nodig zo ver mogelijk naar achteren. Dit moet gebeuren voordat u het kinderzitje plaatst. Controleer of het kinderzitje goed tegen de rugleuning van de achterstoel rust.

Op de middelste zitplaats achterin

Controleer of de gordel geschikt is voor de bevestiging van uw kinderzitje. Raadpleeg een merkdealer.

Controleer of het kinderzitje of de voeten van het kind het goed vergrendelen van de voorstoel niet belemmeren. VOORSTOELEN ZONDER ELEKTRISCHE VERSTELLING.

Installatie van de zittingverhoger (groep 2 of 3)

Controleer de werking van de veiligheidsgordel (rol de gordel op) AUTOGORDELS.

Stel de veiligheidsgordel als volgt af:

- plaats de schouderriem op de schouder van het kind zonder de nek te raken;

- plaats de heupgordel zo dat deze plat op de dijen en tegen het bekken ligt.

Pas, indien nodig de stand van de autostoel aan.

Een kinderzitje met een vloersteun mag nooit worden geïnstalleerd op de middelste zitplaats achterin.

LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.

Monteer het kinderzitje bij voorkeur op een zitplaats achterin.

Om op deze zitplaats een ISOFIX-kinderzitje te installeren, moet de middelste autogordel eerst manueel worden losgemaakt voordat u de grendels vastmaakt.