Portieren en kleppen

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Portieren en kleppen

Voorportieren

WAARSCHUWING
Uit veiligheidsoverwegingen mag u de deur alleen openen of sluiten als de auto stilstaat.
WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het parkeren of stoppen van de auto
Laat nooit, ook niet heel even, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier in de auto achter als u deze verlaat.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten, door organen te bedienen zoals bijvoorbeeld de ruitbediening, of de portieren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm, zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.

Openen van buitenaf

Gebruik de sleutel om een van de deuren te ontgrendelen die zijn uitgerust met een slot 2.
Auto’s met afstandsbediening
Trek aan de hendel 1.
Auto’s met zender-ontvanger
Druk op knop 3 en trek aan de hendel 1.

Sluiten van buitenaf

Druk tegen het portier. Vergrendel het slot met de sleutel 2 of gebruik de afstandsbediening of de zender-ontvanger handsfree toegang door op de knop 3 te drukken.

Openen van binnenuit

Trek aan de hendel 4 en duw tegen het portier.

Sluiten van binnenuit

Trek uitsluitend aan het portier met handgreep 5.
Opmerking: gebruik de handgreep 4 niet om het portier te sluiten.

Geluidssignaal vergeten verlichting

Als bij het openen van een voorportier de lichten nog branden terwijl het contact is afgezet dan klinkt er een signaal om u te waarschuwen.

Achterdeuren

WAARSCHUWING
Denk om uw veiligheid en controleer of alle portieren goed gesloten zijn voordat u wegrijdt.
WAARSCHUWING
Laat bij harde wind de klapdeuren achter niet open. Risico van verwonding.
WAARSCHUWING
Als u langs de kant van de weg parkeert en de achterklep geopend is, kunnen de achterlichten hierdoor aan het zicht onttrokken worden. Waarschuw bijgevolg andere weggebruikers voor de aanwezigheid van uw voertuig door middel van de gevarendriehoek of op de manier die is voorgeschreven in het land waar u zich bevindt.

Openen van buitenaf

Ontgrendel het slot 1 met de sleutel of, op uitgeruste voertuigen, gebruik de afstandsbediening of de handsfree toegangsafstandsbediening door op knop 3 te drukken. Trek de hendel 2 naar u toe en open het portier.
Trek aan de handgreep 4 om het portier te openen.

Deuren openen op 180°

Open het portier maar niet tot de aanslag.
Maak de trekstang 7 los van zijn houder 5.
Vergrendel de trekstang op de haak 6.
Open de deur zo ver mogelijk.

Deuren openen op 270°

Verwijder de trekstang 7 uit zijn behuizing 5 wat betreft 180° opening. Open het portier volledig tot de magneten 8 elkaar raken.

Sluiten van buitenaf

Sluit eerst de linkerdeur tot hij bijna dicht is en sla hem dan dicht.
Doe daarna hetzelfde met de rechterdeur.
Vergrendel.

Openen van binnenuit

Laat de hendel 9 zakken en druk op de deur A .
Trek aan de hendel 4 en open portier B.

Sluiten van binnenuit

Doe eerst portier B gedeeltelijk dicht en sla hem dan helemaal dicht.
Doe daarna hetzelfde met deur A met gebruik van de portierhandgreep 10.

Vergrendelen, ontgrendelen

Draai aan de knop 11.

Schuifdeur

WAARSCHUWING
Aanbevelingen bij het gebruik van de schuifdeur.
Het openen of sluiten van de schuifdeur moet, net als het openen en sluiten van de andere deuren, met de nodige voorzichtigheid gebeuren.
  • Let op dat geen mens, lichaamsdeel, dier of voorwerp gevaar loopt bij het bewegen van het portier.
  • Gebruik voor het open- en dichtschuiven van de deur uitsluitend de handgrepen aan de binnen- en buitenkant van de auto.
  • Beweeg de deur voorzichtig, zowel bij het openen als bij het sluiten.
  • Let op dat u, als de auto op een helling staat, de schuifdeur voorzichtig geheel open of dicht schuift tot hij blokkeert.
  • Controleer voordat u wegrijdt altijd of de schuifdeur goed dicht zit.
WAARSCHUWING
Uit veiligheidsoverwegingen mag u de deur alleen openen of sluiten als de auto stilstaat.

Openen van buitenaf

Ontgrendel het slot met de sleutel, of, voor de auto’s die hiermee uitgerust zijn, gebruik de afstandsbediening.
Trek de handgreep 1 naar u toe en schuif het portier naar achteren.
N.B.: de zender-ontvanger heeft geen invloed op de schuifdeur (geen knop op de portierhandgreep).

Openen van binnenuit

Trek de hendel 2 naar achteren en open de schuifdeur tot hij blokkeert.

Sluiten van buitenaf

Trek aan de portierhandgreep 1 en laat de deur naar de voorkant van de auto schuiven tot de deur helemaal gesloten is. Vergrendel het slot met de sleutel of met de afstandsbediening.

Sluiten van binnenuit

Trek de portierhandgreep 2 naar voren en sluit de deur tot hij vastklikt.

Handmatig vergrendelen van binnenuit

Zet de knop 3 lager.

Kinderslot

Met geopend portier, laat de hendel 4 kantelen en sluit het portier.
Nu is het portier van binnenuit vergrendeld.
De portieren kunnen alleen nog van buitenaf worden geopend.

Portieren en kleppen vergrendelen, ontgrendelen

WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Bedenk dat het rijden met vergrendelde portieren een belemmering kan zijn voor hulpverleners in geval van nood.
WAARSCHUWING
Laat uw sleutel, afstandsbediening of zender-ontvanger nooit in de auto liggen, als u de auto verlaat.

Als de afstandsbediening niet werkt

In sommige gevallen werkt de FM-afstandsbediening niet:
  • batterij van de FM-afstandsbediening of de accu van de auto is leeg, enz.
  • door het gebruik van elektronische apparaten in de buurt van de afstandsbediening werken (bijv. mobiele telefoon);
  • De auto bevindt zich in een sterk elektromagnetisch veld.
In dat geval is het mogelijk:
  • om de geïntegreerde sleutel van de FM-afstandsbediening te gebruiken om het linkervoorportier te ontgrendelen;
  • de portieren één voor één met de hand te vergrendelen;
  • de schakelaar voor het vergrendelen/ontgrendelen van de portieren van binnenuit te gebruiken (raadpleeg de volgende bladzijden).

Handmatig vergrendelen

Gebruik van de sleutel
Vergrendel of ontgrendel de portieren die uitgerust zijn met een slot door de sleutel diep in het slot 1 te steken, en daarna de sleutel te draaien.

Handmatig vergrendelen van de portieren

Draai, met het grote portier open, de schroef 2 (met behulp van het uiteinde van de sleutel) en sluit het portier.
Nu is de deur van buitenaf vergrendeld.
Het openen kan alleen van binnenuit gebeuren of met de noodsleutel voor de voorportieren.

Schakelaar voor het vergrendelen/ontgrendelen van de portieren van binnenuit

De schakelaar 3 bedient alle portieren tegelijk.
Als een portier (of de achterklep) open of niet goed gesloten is, vergrendelen/ontgrendelen de portieren snel.

Vergrendelen van de portieren en kleppen zonder afstandsbediening

Druk met stilstaande motor, gesloten achterportieren en een geopend voorportier, langer dan vijf seconden op de schakelaar 3.
Controleer of u uw sleutel bij zich heeft, voordat u de auto verlaat.
Bij het sluiten van het portier worden alle portieren en kleppen vergrendeld.
Het ontgrendelen van buitenaf van de auto is alleen mogelijk met de sleutel of de afstandsbediening, voor het bestuurdersportier.

Waarschuwingslampje van de portieren

Wanneer het contact aan is, geeft het waarschuwingslampje in de schakelaar 3 de staat van de portiervergrendeling aan:
  • wanneer het waarschuwingslampje brandt, zijn de deuren en de deur van de bagageruimte vergrendeld;
  • lampje uit: de portieren zijn ontgrendeld.
Contact uit, als u de portieren vergrendelt blijft het lampje branden en dooft daarna.

Vergrendeling van de portieren met geopende achterklep

Om de auto te vergrendelen met een geopende klep (transport van lading met geopende achterklep, enz.), of als u zich in een zone bevindt met sterke elektromagnetische straling, of als de sleutel defect is: druk, bij stilstaande motor, langer dan vijf secondes op de schakelaar 3.

Automatische portiervergrendeling tijdens het rijden

WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Bedenk dat het rijden met vergrendelde portieren een belemmering kan zijn voor hulpverleners in geval van nood.
U heeft de keus of u deze functie wilt gebruiken of niet.

De werking van de startvergrendeling

Na het wegrijden van de auto, vergrendelen de portieren automatisch als de auto een snelheid van ongeveer 7 km/u heeft bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch
  • door te drukken op de schakelaar 1van de portiervergrendeling;
  • bij stilstaande auto, door een voorportier te openen van in de auto.

Inschakelen/Uitschakelen van de functie

Om dit te activeren: zet het contact aan en houd de schakelaar 1 ongeveer vijf seconden ingedrukt tot u een geluidssignaal hoort. Het waarschuwingslampje verschijnt als de portieren vergrendeld zijn.
Om dit te deactiveren: zet het contact aan en houd de schakelaar 1 ongeveer vijf seconden ingedrukt tot u een geluidssignaal hoort. Het waarschuwingslampje verdwijnt.

Storingen

Als u een storing constateert (geen automatische vergrendeling en het waarschuwingslampje 1 verschijnt niet bij het vergrendelen van de portieren), controleer dan eerst of alle kleppen en portieren goed gesloten zijn. Als ze goed gesloten zijn en het probleem aanhoudt, raadpleeg dan een erkende dealer.
Controleer ook of het systeem niet per ongeluk uitgeschakeld staat.
Als dit het geval is, activeer hem dan weer na het contact uit en weer aangezet te hebben.