Terug naar de lijst
Lane departure warning
Lane departure warning
WAARSCHUWING
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval
de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen; deze moet altijd
de controle over zijn auto behouden.
Werkzaamheden/reparaties van het systeem
- Bij een botsing kan de uitlijning van de camera worden gewijzigd, wat gevolgen kan hebben voor de correcte werking. Schakel de functie uit en neem contact op met een erkende dealer.
- Alle werkzaamheden in de buurt van de camera (reparaties, vervangingen, aanpassingen aan de voorruit) moeten worden uitgevoerd door een vakman.
Enkel een erkende dealer mag aan het systeem werken.
Storingen van het systeem
Bepaalde omstandigheden kunnen het systeem verstoren of de correcte werking ervan
verhinderen, bijvoorbeeld:
- een complexe omgeving (tunnel enz.);
- slechte weersomstandigheden (sneeuw, hagel, ijzel enz.).
- slecht zicht (nacht, mist enz.);
- wegmarkeringen die zijn versleten, geen contrast hebben of ver uit elkaar liggen (strepen gedeeltelijk afgesleten enz.);
- verblinding (felle zon, lichten van tegemoetkomende auto's enz.);
- de weg is smal, bochtig of golvend (scherpe bochten enz.);
- u rijdt dicht achter een andere auto op dezelfde rijstrook.
Risico van vals alarm of afwezigheid van waarschuwingen
Plaats van de camera 1
Op basis van de informatie van de camera 1 waarschuwt de functie de bestuurder als deze een doorgetrokken of onderbroken streep
kruist zonder de richtingaanwijzers te activeren.
Zorg ervoor dat de voorruit niet is bedekt (door vuil, modder, condens enz.).
Met contact aan is de functie standaard actief.
WAARSCHUWING
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval
de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen; deze moet altijd
de controle over zijn auto behouden.
Met de waarschuwingsfunctie bij het overschrijden van de wegmarkering wordt de verplaatsingsrichting
van de auto niet gecorrigeerd.
De functie inschakelen/uitschakelen
Druk op de schakelaar 2om de functie uit te schakelen:
- Het bericht "Rijstrookassistent uitgeschakeld" verschijnt op het instrumentenpaneel A;
- het waarschuwingslampje het waarschuwingslampje A verdwijnt van het instrumentenpaneel en wordt oranje weergegeven onder de snelheidsmeter 3.
Druk de schakelaar 2 in om de functie in te schakelen:
- het bericht "Rijstrookassistent ingeschakeld" verschijnt op het instrumentenpaneel A;
- het waarschuwingslampje wordt in het grijs weergegeven op het instrumentenpaneel A.
Werkzaamheden
De functie is gereed om te waarschuwen als:
- het voertuig rijdt sneller dan ongeveer 60 km/h;
en
- er strepen worden gedetecteerd.
Het waarschuwingslampje verschijnt in het wit op het instrumentenpaneel A om de bestuurder te waarschuwen.
De functie geeft een waarschuwing als een streep wordt overschreden zonder dat de richtingaanwijzers worden aangezet.
De bestuurder wordt gewaarschuwd:
- via een geluidssignaal;
en
- het waarschuwingslampje knippert wit op het instrumentenpaneel A.
Tijdelijk niet beschikbaar
- Streep zeer snel overschreden;
- er wordt continu over een streep gereden;
- ongeveer vier seconden na het wisselen van baan;
- scherpe bochten;
- slecht zicht;
- een van de richtingaanwijzers wordt geactiveerd;
- sterke acceleratie;
- ...
Wanneer de functie niet beschikbaar is, gaat het waarschuwingslampje wordt in het grijs weergegeven op het instrumentenpaneel A.
Omstandigheden waarin het systeem niet wordt ingeschakeld
Het systeem kan niet worden ingeschakeld wanneer:
- de auto rijdt trager dan ongeveer 60 km/u,
- de achteruitversnelling is ingeschakeld;
- het gezichtsveld van de camera is belemmerd;
- het waarschuwingslampje wordt weergegeven.
Het waarschuwingslampje wordt in het grijs weergegeven op het instrumentenpaneel A.
Storingen
In geval van een defect:
- het waarschuwingslampje in wit verdwijnt;
- de melding "Waarschuwing bij verlaten rijstrook" op het instrumentenpaneel A samen met het waarschuwingslampje. .
Ga naar een erkende dealer.