Terug naar de lijst

AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

U heeft de keus of u deze functie wilt gebruiken of niet.

Inschakelen van de functie

Druk met contact aan, op schakelaar 1 gedurende 5 secondes, tot u een geluidssignaal hoort.

Het in de schakelaar geïntegreerde controlelampje licht op als de portieren vergrendeld zijn.

Uitschakelen van de functie

Druk met contact aan, op schakelaar 1 gedurende 5 secondes, tot u een geluidssignaal hoort. Het controlelampje in de schakelaar dooft.

De werking van het systeem

Na het wegrijden, vergrendelen de portieren automatisch als de auto de snelheid van ongeveer 7 km/u heeft bereikt.

Bij een storing

Als het systeem niet goed werkt (geen automatische vergrendeling) moet u eerst controleren of alle portieren goed zijn gesloten. Als ze goed gesloten zijn en het probleem aanhoudt, raadpleeg dan een merkdealer.

Controleer ook of de vergrendeling niet per ongeluk uitgeschakeld staat.

Als dit het geval is, activeer hem dan weer na het contact uit en weer aangezet te hebben.

Verantwoordelijkheid van de bestuurder

Bedenk dat het rijden met vergrendelde portieren een belemmering kan zijn voor hulpverleners in geval van nood.