PORTIEREN OPENEN EN SLUITEN
Voorportieren
Openen van buitenaf
Als de portieren ontgrendeld zijn of als u, afhankelijk van de auto, de kaart bij u draagt: houd de handgreep 1 vast en trek deze naar u toe.
Uit veiligheidsoverwegingen mag u de deur alleen openen en sluiten als de auto stilstaat.
Openen van binnenuit
Trek met ontgrendelde portieren aan de handgreep 2.
Waarschuwing portier vergeten te sluiten
Als de auto stilstaat, verschijnt het waarschuwingslampje 2 op het instrumentenpaneel tezamen met een controlelampje dat aangeeft welk van de portieren en kleppen (portieren, achterklep) open of niet goed gesloten is.
Zodra de auto ongeveer 10 km/u rijdt, geeft een waarschuwingslampje aan of een of meer portieren of de achterklep geopend zijn of niet correct gesloten zijn. Bovendien wordt het bericht “Achterklep open” of “Portier open” weergegeven en is een geluidssignaal te horen gedurende 40 seconden of tot het portier/de achterklep wordt gesloten.
Waarschuwingssignaal verlichting brandt nog
Als bij het openen van een voorportier de lichten nog branden terwijl het contact is afgezet dan klinkt er een signaal om u te waarschuwen.
Bijzonderheid
Afhankelijk van de auto stoppen de accessoires (radio enz.) met werken zodra de motor wordt uitgeschakeld of de portieren worden vergrendeld, of als het bestuurdersportier wordt geopend.
Schuifdeur
Openen van buitenaf
Ontgrendel het portier en trek daarna aan de portierhandgreep 3 en laat de deur naar de achterkant van de auto glijden tot hij blokkeert. Om de portieren te ontgrendelen FM-AFSTANDSBEDIENING: gebruik HANDSFREE KAART: gebruik.
Veiligheid van de kinderen
(afhankelijk van de auto)
Als u niet wilt dat de schuifdeuren aan de zijkant van binnenuit geopend kunnen worden, draait u met de sleutel het slot 4 (stand B) en sluit u het portier.
Controleer van binnenuit of de deuren goed vergrendeld zijn. De portieren kunnen alleen nog van buitenaf worden geopend.
Om de zijschuifdeuren van binnenuit te openen draait u het slot 4 naar stand A met de sleutel.
Aanbevelingen bij het gebruik van de schuifdeur
Bij het openen en sluiten van de deur, moeten net als bij elk portier van de auto de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
- Controleer of niemand, geen dier of voorwerp gevaar loopt wanneer u deze manoeuvre verricht.
- Gebruik voor het open- en dichtschuiven van de deur uitsluitend de handgrepen aan de binnen- en buitenkant van de auto.
- Beweeg de deur voorzichtig, zowel bij het openen als bij het sluiten.
- Voorzichtig: als de auto op een helling staat, schuif dan de deur voorzichtig helemaal open tot deze vastklikt.
- Controleer voordat u wegrijdt altijd of de schuifdeur goed dicht zit.
- Gebruik de onderste steun niet als treeplank.
Schuifdeur
(vervolg)
Openen van binnenuit
Trek met de deur ontgrendeld aan de hendel 6 of activeer, afhankelijk van de auto, de knop 8 en schuif vervolgens het portier naar de achterkant van het voertuig totdat het in de geopende stand vastklikt.
Sluiten van binnenuit
Duw de portierhandgreep 5 naar de voorkant van de auto tot de deur helemaal gesloten is.
Handmatig vergrendelen
Draai, met de knop 7 in de ontgrendelde stand, deze naar de voorkant van de auto (beweging C).
Handmatig ontgrendelen
Draai, met de knop 7 in de vergrendelde stand, deze naar de achterkant van de auto (beweging D).
Klapdeuren achter
De grote deur van buitenaf openen
Trek met ontgrendelde portieren aan de handgreep 9. Om de portieren te ontgrendelen FM-AFSTANDSBEDIENING: gebruik HANDSFREE KAART: gebruik.
Voordat u de klapdeuren achter opent, moet u kijken of er rondom voldoende ruimte is om de deuren te openen.
De grote deur van binnenuit openen
Activeer, afhankelijk van de auto, de knop 10.
Laat bij harde wind de klapdeuren achter niet open.
Verwondingsgevaar.
Zorg voor uw eigen veiligheid ervoor, dat alle portieren van uw auto goed gesloten zijn voordat u wegrijdt.
Klapdeuren achter
(vervolg)
Openen van de kleine deur
Beweeg hendel 11 om het deurtje te openen.
Rijden met de kleine deur open
Sluit de grote deur terwijl de kleine deur open is.
Open na gebruik de grote deur met de handgreep 9 en sluit de kleine deur voordat u de grote deur sluit.
Als het voertuig op de vluchtstrook is geparkeerd en de achterklep openstaat, kunnen de achterlichten worden afgedekt.
U dient dan de andere weggebruikers te waarschuwen met een gevarendriehoek of op andere wijze, volgens de in het land geldende voorschriften.
Maximale opening van de deuren
Druk bij elke deur op de hendel 12 om de deurvanger vrij te maken. Open de deur zo ver mogelijk.
Met de hand sluiten van buitenaf
Sluit eerst de kleine deur en daarna de grote.
Beweeg de deuren totdat de deurvanger volledig op de slotpen zit. Zorg ervoor dat de deurvanger goed vastzit voordat u de klapdeuren sluit.
Achterklep
Openen
Ontgrendel het portier, druk op de knop 13 en trek de klep omhoog. De deuren ontgrendelen: FM-AFSTANDSBEDIENING: gebruik HANDSFREE KAART: gebruik.
Sluiten
Laat de achterklep zakken met behulp van de sluitband 14.
Als de achterklep op schouderhoogte is, klapt u hem rustig dicht.
Openen van binnenuit
Bij een elektrische storing, kunt u de achterklep met de hand van binnenuit openen.
Steek een potlood of iets dergelijks in de holte 15, verschuif het geheel zoals op de tekening aangegeven is en duw tegen de achterklep om hem te openen.
Kijk voordat u de achterklep opent, of er rondom voldoende ruimte is om de achterklep te openen.
Zorg voor uw eigen veiligheid ervoor, dat alle portieren van uw auto goed gesloten zijn voordat u wegrijdt.
Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het parkeren of stoppen van de auto
Laat nooit, zelfs niet eventjes, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier in de auto achter als u deze verlaat.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten, door organen te bedienen zoals bijvoorbeeld de ruitbediening, of de portieren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm en/of zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.