Terug naar de lijst

ELEKTRISCHE AUTO: inleiding

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

De elektrische auto bezit specifieke kenmerken maar werkt op dezelfde wijze als een auto met thermische motor.

Het fundamentele verschil van de elektrische auto is het exclusieve gebruik van de elektrische energie in plaats van de brandstof voor auto’s met thermische motor.

We adviseren u dus om deze bijsluiter over uw elektrische auto aandachtig te lezen.

Aangesloten services

(afhankelijk van de auto)

Uw elektrische auto is uitgerust met aangesloten diensten die het mogelijk maken te kennen en/of in te stellen:

- de laadstatus van de auto met waarschuwing accu bijna leeg;

- het programmeren van het opladen van de tractiebatterij aan de hand van voorgestelde instellingen;

- resterende actieradius van de auto;

-...

U hebt toegang tot deze diensten via:

- externe digitale apparaten (mobiele telefoons 7, tablets 8, etc.);

- het multimediascherm 6 in de auto.

Raadpleeg voor meer details de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem of neem contact op met een merkdealer.

U kunt zich altijd op een aangesloten service abonneren of uw abonnement verlengen. Raadpleeg een merkdealer.

Accu’s

De elektrische auto beschikt over twee typen accu’s:

- een 400 V-tractiebatterij;

- een 12 V-hulpaccu.

Tractiebatterij “400 volt”

Deze batterij slaat de noodzakelijke energie op voor de goede werking van de motor van uw elektrische auto. Zoals alle accu’s of batterijen loopt deze leeg bij gebruik en moet deze dus regelmatig worden opgeladen.

U hoeft niet te wachten totdat u op reserve rijdt om de tractiebatterij op te laden.

De oplaadtijd kan verschillen naargelang het type speciale wandcontactdoos of openbaar oplaadpunt waaraan u verbonden bent.

De actieradius van uw auto hangt af van de lading van de accu, maar ook van uw rijstijl. ACTIERADIUS VAN DE AUTO: adviezen.

12 V-hulpaccu

De tweede accu in uw auto is een 12 V-hulpaccu: deze levert de noodzakelijke energie voor de werking van de uitrustingen van de auto (koplampen, ruitenwissers, rembekrachtiging...).

Het symbool A lokaliseert de elektrische elementen van uw auto die risico’s voor uw veiligheid met zich kunnen meebrengen.

“400V”-circuit

Het elektrische circuit van 400 V is te herkennen aan de oranje bedrading 9 en aan de onderdelen aangeduid met het symbool .

Het aandrijfsysteem van de elektrische auto gebruikt ongeveer 400 volt gelijkspanning.

Dit systeem kan tijdens en na het uitzetten van het contact onder spanning staan. Let op de waarschuwingen op de stickers in de auto.

Elke interventie of wijziging aan het elektrische systeem van 400 volt van de auto (componenten, kabels, connectoren, tractiebatterij) is vanwege de veiligheidsrisico’s streng verboden. Roep de hulp in van een merkdealer.

Risico op ernstige brandwonden of mogelijk dodelijke elektrische schokken.

De toegangsklep 10 is exclusief voorbehouden aan erkende dealers.

Open hem niet en zorg ervoor dat de toegangsklep 10 altijd bereikbaar is.

Rijden

Net als bij een auto met automatische transmissie moet u eraan wennen dat u uw linkervoet niet gebruikt, ook niet om te remmen.

Wanneer u tijdens het rijden uw voet van het gaspedaal haalt of op het rempedaal zet, genereert de motor tijdens het afremmen elektriciteit die wordt gebruikt om de auto af te remmen of om de tractiebatterij op te laden. TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO-MODUS.

Bijzonder geval:

Na een maximale lading van de batterij en gedurende de eerste gebruikskilometers van de auto, is de motorrem tijdelijk beperkt. Pas hierbij uw rijgedrag aan.

De motorrem mag onder geen beding gebruik van het rempedaal vervangen.

Diepe plassen, overstromingen:

Rijd niet door als het water op de weg hoger staat dan de onderrand van de velgen.

Hinder bij het rijden

Gebruik aan de bestuurderskant matten die geschikt zijn voor de auto en zet deze vast aan de vooraf geïnstalleerde onderdelen. Controleer regelmatig of ze goed vastzitten. Stapel niet meerdere matten op elkaar.

Gevaar van hakende pedalen.

Geluid

Elektrische auto’s zijn erg stil. U bent er nog niet aan gewend maar andere weggebruikers zijn dat evenmin. Ze kunnen moeilijk horen of de auto rijdt.

Omdat de motor vrijwel geen geluid maakt, hoort u geluiden die u niet gewend bent (geluid van de wind, banden enz.).

Elke keer dat het contact wordt uitgeschakeld, wordt na ongeveer tien seconden de ventilatie uitgeschakeld.

Uw elektrische auto is stil. Zet voordat u de auto verlaat, uw voet op het rempedaal en stop de motor.

RISICO OP ERNSTIG LETSEL.

Voetgangersclaxon

Met de voetgangersclaxon kunt u andere weggebruikers waarschuwen, met name voetgangers en fietsers.

Bij het starten van de motor blijft de voetgangersclaxon automatisch geactiveerd. Het geluidssignaal klinkt als de auto rijdt met een snelheid van ongeveer 1 tot 30 km/u.

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.

Bij een storing aan de voetgangersclaxon wordt de melding “Storing geluid exterieur” weergegeven op het instrumentenpaneel. Ga naar een merkdealer.