Terug naar de lijst

STARTEN VAN DE MOTOR PROGRAMMEREN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Menu “Motor start programma”

Selecteer in het menu “Instellingen” het tabblad “Voertuig”.

Met deze functie kunt u de motor programmeren om de starten en het interieur te verwarmen of te ventileren, tot 24 uur voordat de auto wordt gebruikt.

Programmeren van de vertrektijd

Activeer de functie en stel vervolgens de gewenste vertrektijd in:

- druk op de pijlen OMHOOG en OMLAAG om de uren en minuten te doorlopen totdat u het gewenste tijdstip bereikt;

- gebruik de knoppen van de airconditioning om de gewenste temperatuur (afhankelijk van de uitrusting) in het interieur bij het opnieuw starten van de motor in te stellen en stel vervolgens de ontdooimodus in (zie hoofdstuk 2 in het instructieboekje);

- Zet het contact uit.

Wanneer de auto wordt vergrendeld, wordt als volgt weergegeven dat de programmering is opgeslagen: twee keer knipperen en vervolgens de alarmknipperlichten en controlelampjes die gedurende drie seconden branden.

Opmerking: het symbool 1 herinnert u aan de starttijd van de auto die u al hebt ingesteld.

Als u starten wilt activeren door middel van programmering, moet u een tijd selecteren die ten minste vijftien minuten later is dan de tijd die op het multimediasysteem wordt weergegeven.

Werkingscondities voor op afstand starten van de motor

De motor kan in de volgende omstandigheden op afstand worden gestart:

- de hendel in neutrale stand staat (neutraal) voor auto’s met een handgeschakelde of robotversnellingsbak;

- de hendel in stand P staat voor auto's met een automatische versnellingsbak;

- het contact uitgezet is;

- alle opengaande delen (motorkap, portieren, bagageruimte) gesloten en vergrendeld zijn wanneer u de auto verlaat.

Opmerking: u moet uw multimediasysteem uitzetten als u uw auto verlaat, anders werkt starten op afstand niet.

“Elke 2 uur starten”

Met deze functie kan de auto automatisch elke twee uur worden gestart, al naar gelang de motortemperatuur.

Druk op de toets “ON” om deze functie te activeren.

Als deze functie is ingeschakeld, werkt het ventilatiesysteem niet tijdens de eerste vier keer dat de auto eventueel wordt gestart.

Bij extreme koude start de auto automatisch en blijft hij gedurende tien minuten draaien waarna hij opnieuw stilvalt.

Als de motortemperatuur geen herstart vereist, start de auto niet automatisch tijdens de eerste vier keer opnieuw inschakelen en keert deze gedurende twee uur terug naar de stand-bystand. De motor wordt opnieuw gestart als de motortemperatuur te laag is.

In ieder geval gebeurt dit de laatste keer.

Ongeveer een kwartier voor de geprogrammeerde tijd start de motor en blijft gedurende ongeveer tien minuten draaien.

Afhankelijk van de auto, moet u ervoor zorgen dat stroomverbruikers zoals de ruitenwissers, verlichting, radio, stoelverwarming, stuurwielverwarming, enz. worden uitgeschakeld en alle accessoires worden losgekoppeld voordat u de auto verlaat.

In extreme situaties werkt starten op afstand door programmering mogelijk niet.

Parkeer de auto niet of blijf niet met draaiende motor staan op een plaats waar de uitlaat zich boven brandbaar materiaal bevindt. Onder ongunstige omstandigheden (droogte, harde wind) kan brand ontstaan als de hete uitlaat in contact komt met gras of bladeren.

Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het parkeren of stoppen van de auto

Laat nooit, zelfs niet eventjes, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier in de auto achter als u deze verlaat. Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar brengen, bijvoorbeeld door de motor te starten, systemen zoals de ruitbediening in te schakelen of de portieren te vergrendelen, enz. Bovendien kan bij warm en/of zonnig weer de temperatuur in het interieur heel snel oplopen.

LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.

Speciaal kenmerk van auto’s uitgerust met de “Elke 2 uur starten”-functie

Het is absoluut vereist om minstens 10 minuten met de auto te rijden na elke programmering van de functie. Risico op veroudering van de motorolie.

Gebruik de functie om de motor op afstand te starten of te programmeren niet als:

- de auto in een garage of in een afgesloten ruimte staat.

Risico op vergiftiging of verstikking door de uitstoot van uitlaatgassen.

- de auto is afgedekt met een beschermhoes.

Risico op brand.

- de motorkap geopend is of voordat de motorkap wordt geopend.

Risico op brandwonden of ernstige verwondingen.

Afhankelijk van het land kan het gebruik van de functie om de motor op afstand te starten of te programmeren verboden zijn door de geldende wetgeving en/of regelgeving.

Controleer voor het gebruik van deze functie de geldende wetgeving en/of regelgeving van het land.