Terug naar de lijst
Detectie van verkeersborden
Detectie van verkeersborden
Het systeem geeft op het instrumentenpaneel weer wat de maximumsnelheid is aan de
hand van verkeersborden die langs de kant van de weg zijn gedetecteerd.
Deze functie maakt hoofdzakelijk gebruik van de informatie van de camera 1 op de voorruit, achter de achteruitkijkspiegel.
Afhankelijk van het land gebruikt het systeem ook informatie van een kaartabonnement
om bepaalde borden (bebouwde kom, enz.) te interpreteren. Het bord dat op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven, verandert wanneer het systeem een ander verkeersbord detecteert.
Wanneer de snelheidsbegrenzer of de snelheidsregelaar is geactiveerd, kunt u het instelpunt
van de begrensde snelheid aanpassen aan de snelheidslimiet die door het systeem op
het instrumentenpaneel wordt weergegeven (SNELHEIDSBEGRENZER en SNELHEIDSREGELAAR).
Als de gedetecteerde snelheidslimiet wordt overschreden, wordt het verkeersbord op
het instrumentenpaneel aangepast om de bestuurder te informeren.
Plaats van de camera 1
Zorg ervoor dat de voorruit niet is bedekt (door vuil, modder, condens enz.).
Bijzonderheden
Voor auto's met een kaartabonnement:
- als de auto in een land rijdt met andere snelheidseenheden dan die van de auto, wordt het snelheidsbord weergegeven in de eenheid van het desbetreffende land, samen met de omgerekende maximumsnelheid in de eenheid van het instrumentenpaneel van de auto.
- voor landen waar de maximumsnelheid op bepaalde soorten wegen wordt verlaagd bij regenweer, kan het systeem de gedetecteerde maximumsnelheid wijzigen enkele seconden nadat de ruitenwissers van de voorruit zijn ingeschakeld.
Op auto's die niet zijn uitgerust met een navigatiesysteem: wanneer u in een land rijdt waar de snelheidseenheden verschillen van die van uw
auto kunt u handmatig de relevante snelheidseenheid op het instrumentenpaneel selecteren
om de passende informatie te verkrijgenDISPLAYS EN METERS.
Opmerking:
Het systeem houdt geen rekening met uitzonderlijke snelheidsbeperkingen, bijvoorbeeld
op dagen waarop de luchtverontreiniging piekt.
Raad
Detectie van verkeersborden is gekoppeld aan een kaartabonnement.
Als er geen abonnement is, is het systeem beperkt tot het melden van de verkeersborden
die de maximumsnelheid aangeven wanneer deze door de camera worden gedetecteerd.
Het systeem houdt geen rekening meer met informatie over de kaarten. De beschikbaarheid
van de maximumsnelheid kan worden beïnvloed.
Afhankelijk van de uitrusting is het noodzakelijk om de kaarten regelmatig bij te
werken. Als de kaarten niet worden bijgewerkt, heeft dit een negatieve invloed op
de systeemprestaties.
Raadpleeg de instructies bij het multimediasysteem om het abonnement te beheren.
Werkzaamheden
Controleen waarschuwingslampjes
De functie geeft de volgende waarschuwingslampjes weer:
- 2
- Verkeersborden met de maximumsnelheid en extra verkeersborden met de maximumsnelheid (snelheid op afrit met pijl, snelheid met een caravan, snelheidslimiet met aangegeven duur, enz.)
- 3
- Extra verkeersborden (begin inhaalverbod).
Als de gedetecteerde snelheidslimiet wordt overschreden, gaat er een cirkel rond het
verkeersbord knipperen (waarschuwingslampje 2), vergezeld, afhankelijk van de auto, van een pieptoon die gedurende enkele seconden
klinkt om u te waarschuwen.
Het lampje blijft zichtbaar op het instrumentenpaneel zolang het voertuig de maximumsnelheid
overschrijdt.
Raad
Kaartabonnement
Detectie van verkeersborden is gekoppeld aan een kaartabonnement. Afhankelijk van
de uitrusting is het noodzakelijk om de kaarten regelmatig bij te werken.
Als de kaarten niet worden bijgewerkt, zullen de systeemprestaties worden aangetast
(onjuiste snelheidslimiet enz.)
Opmerking: als er geen kaart voor een land is, verschijnt er een bericht op het multimediascherm
om hierover te informeren en om te suggereren de kaartinformatie met betrekking tot
het land te downloaden.
Raadpleeg de instructies bij het multimediasysteem om het abonnement te beheren.
Als er geen abonnement is, is het systeem beperkt tot het melden van de verkeersborden
die de maximumsnelheid aangeven wanneer deze door de camera worden gedetecteerd.
Het systeem houdt geen rekening meer met informatie over de kaarten. De beschikbaarheid
van de maximumsnelheid kan worden beïnvloed.
Inschakelen/uitschakelen
WAARSCHUWING
Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.
Raad
Afhankelijk van de tijdsduur na de laatste keer dat de motor is gestopt, worden de
waarschuwing opnieuw geactiveerd:
- bij het ontgrendelen van de auto
of
- bij het openen van een portier;
of
- bij het opnieuw starten van de motor.
De geluidswaarschuwing voor te hoge snelheid activeren en deactiveren met de knop "Mijn veiligheid" 1
De geluidswaarschuwing kan worden geactiveerd of gedeactiveerd vanuit de modus "Aangepast" van de functie "Mijn veiligheid" MY SAFETY.
Als de geluidswaarschuwing eerder is gedeactiveerd met behulp van de modus "Aangepast":
- om de geluidswaarschuwing uit te schakelen, drukt u twee keer op de knop 1. Het controlelampje van de toets 1 dooft.
- om de geluidswaarschuwing opnieuw in te schakelen, drukt u één keer op de knop 1. Het controlelampje in de knop 1 licht op.
De geluidswaarschuwing voor te hoge snelheid activeren en deactiveren vanaf het multimediascherm 2
Zie de multimedia-instructies voor het in-/uitschakelen van de geluidswaarschuwing.
Selecteer ON of OFF.
In- en uitschakelen van de geluidswaarschuwing voor te hoge snelheid via de boordcomputer 3
Bij stilstaande auto, om de waarschuwing te deactiveren/activeren:
- druk, afhankelijk van de auto, zo vaak als nodig kort op de schakelaar 4 om het tabblad "" of, afhankelijk van de auto "" te openen;
of
- druk op schakelaar 4 en herhaaldelijk op schakelaar 5 of 6 om naar het tabblad menu te gaan;
- druk afhankelijk van de auto op de schakelaar 7OK;
- druk herhaaldelijk op schakelaar 5 of 6 om naar het menu te gaan, druk vervolgens op de schakelaar 7OK;
- druk herhaaldelijk op schakelaar 5 of 6 om naar het menu "RIJHULPEN" te gaan, druk vervolgens op de schakelaar 7OK;
- druk herhaaldelijk op knop 5 of 6 om naar het menu "Detectie van verkeersborden" te gaan en druk vervolgens op schakelaar 7OK.
- druk nogmaals op schakelaar 7OK om de waarschuwing te activeren of te deactiveren:
- waarschuwing geactiveerd;
- waarschuwing gedeactiveerd.
Verschil in maximumsnelheid of kruissnelheid
Druk op de schakelaar 8 (SET/-) of 9 (RES/+) om de snelheidsbegrenzer, snelheidsregelaar of adaptieve snelheidsregelaar in te
stellen op de waargenomen snelheidslimiet.
Tijdelijk niet beschikbaar
Als het systeem niet beschikbaar is om redenen die verband houden met de camera- of
kaartgegevens, wordt het symbool
of, afhankelijk van de auto, het symbool
weergegeven op het instrumentenpaneel. Als het probleem aanhoudt, moet u een erkende
dealer raadplegen.
Het systeem kan de snelheidsbeperking niet detecteren:
- de voorruit niet schoon is;
- de camera verblind wordt door de zon;
- bij onvoldoende zicht (nacht, mist, enz.);
- als de verkeersborden onleesbaar (door sneeuw, enz.) of verborgen zijn (achter een andere auto of bomen);
- als de informatie van de kaart niet actueel is.
Opmerking: als de camera aan de voorkant is afgedekt, verschijnt de melding "Camera voor geen zicht" op het instrumentenpaneel. Reinig de voorruit voor de camera.
Storingen
Als het systeem een storing signaleert, wordt
of, afhankelijk van de auto, het symbool
weergegeven op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen verschijnt ook het volgende bericht:
- « Rijhulpsystemen niet beschikbaar »
of
- « Controleer camera voor »
of
- « Rijhulpsystemen controleren »
Ga naar een merkdealer.
Waarschuwing
WAARSCHUWING
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval
de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen; deze moet altijd
de controle over zijn auto behouden.
De bestuurder moet zijn snelheid altijd aanpassen aan het verkeer, ongeacht de aanwijzingen
van het systeem.
Het systeem detecteert verkeersborden die de maximumsnelheid aangeven, maar geen andere
borden (bijv. op- en afritten naar of vanuit stedelijke gebieden, enz.).
Het systeem detecteert mogelijk niet alle snelheidsborden of interpreteert ze mogelijk
verkeerd.
De bestuurder mag verkeersborden niet negeren die niet door het systeem worden gedetecteerd
en moet prioriteit geven aan het naleven van de feitelijke verkeersborden en het verkeersreglement.
Bij slecht zicht (mist, sneeuw, vorst, enz.) geeft het systeem wellicht niet de juiste
maximumsnelheid aan.
De bestuurder moet zijn snelheid altijd aanpassen aan het verkeer, ongeacht de aanwijzingen
van het systeem.