Slepen: pech
Slepen: pech
WAARSCHUWING
- Gebruik een starre sleepstang. Indien u een touw of kabel gebruikt bij het slepen (als dit wettelijk toegestaan is), moet de auto die gesleept wordt nog kunnen remmen.
- een auto die gesleept wordt, moet te allen tijde bestuurbaar zijn.
- Tijdens het slepen, moet zo veel mogelijk het plotseling gas geven of remmen vermeden worden om beschadiging aan de auto te voorkomen.
- In ieder geval wordt u geadviseerd om niet harder te rijden dan 25 km/u.
- Duw de auto niet aan als de stuurkolom is vergrendeld.
WAARSCHUWING
Bij stilstaande motor werken de stuur- en rembekrachtiging niet meer.
WAARSCHUWING
Verwijder niet de contactsleutel of de card uit de lezer tijdens het slepen.
Voordat u gaat slepen, moet u de versnellingsbak in neutraal zetten, de stuurkolom
ontgrendelen en vervolgens de parkeerrem loszetten.
Voor auto's met een automatische transmissie moet u een beroep doen op een merkdealer
als u de versnellingshendel niet in stand N kunt zetten.
Stuurkolomontgrendeling
Afhankelijk van de auto steekt u de sleutel in het stopcontact of drukt u circa twee seconden op de startknop als u de kaart bij u hebt.
Zet de hendel terug in neutraal (stand N voor een auto met automatische transmissie)
De stuurkolom ontgrendelt en de accessoires ontvangen voeding; u kunt de verlichting
gebruiken (remlichten, richtingaanwijzers, enz.). In het donker moet de auto verlicht
zijn.
Druk, afhankelijk van de auto, na het slepen twee keer kort op de startknop van de
motor (risico van het ontladen van de accu).
Koppel een eventuele aanhangwagen los.
Gebruik nooit de assen of de aandrijfassen.
De sleeppunten mogen alleen gebruikt worden om de auto mee te slepen: zij mogen in
geen geval gebruikt worden om de auto direct of indirect aan op te hijsen.
Houd u altijd aan de wettelijke bepalingen inzake het slepen. Als u de sleepauto bestuurt,
let dan op het toegestane maximumsleepgewicht voor uw auto MASSA’S (IN KG).
Slepen van een voertuig met een automatische transmissie
Vervoer de auto op een plateau of sleep hem met beide voorwielen van de grond.
In uitzonderlijke omstandigheden kunt u de auto laten slepen met de vier wielen op de grond, uitsluitend in een vooruitversnelling
en met de hendel in neutrale stand N, over een afstand van maximaal 80 km en met een maximale snelheid van 25 km/u.
Indien voor het wegrijden de hendel niet uit P kan worden verplaatst als u het rempedaal indrukt, dan kunt u de hendel als volgt
met de hand vrijzetten. Doe dit zo: maak de onderkant van de hendel los en plaats
een gereedschap (starre as) in de gleuf 2 (links of rechts van de hendel). Druk ondertussen op het gereedschap (starre as)
en op de knop 1 om de hendel te ontgrendelen.
Raadpleeg zo snel mogelijk een merkdealer.
Gebruik uitsluitend
Aan de achterkant:
- voor auto's zonder trekhaak, het sleeppunt 3;
- voor auto's met trekhaak, het sleeppunt 4 (trekhaakkogel).
Aan de voorkant:
- aan de voorkant, het sleepoog 6 (in de gereedschapsset) en het sleeppunt.
Sleeppunt achter 3
(Auto zonder trekhaak)
Sleeppunt achter 4
(Auto’s met een trekhaak)
Raadpleeg voor de montage van de trekhaakkogel de montagevoorschriften van de uitrusting.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de sleepring correct met bouten is bevestigd.
Risico om het gesleepte object te verliezen.
Sleeppunt voor
Maak het afdekkapje 5 los door een plat gereedschap onder het kapje te steken.
Draai het sleepoog 6 volledig vast: eerst zo ver mogelijk met de hand, daarna vergrendelen met de wielmoersleutel 7.
Gebruik uitsluitend de sleepring 6 die is opgeborgen bij het gereedschap DE GEREEDSCHAPPEN.