Terug naar de lijst
BINNENVERLICHTING
Leesspots
Met de schakelaar 1, kunt u kiezen voor:
- een constant brandende verlichting;
- het onmiddellijk uitgaan.
In het bedieningsscherm kunt u de ontsteking van de binnenlichten bij het openen van de deuren of de bagageruimte in- of uitschakelen. Raadpleeg daartoe de paragraaf “Menu voor het personaliseren van de auto-instellingen” in hoofdstuk 1.
Het ontgrendelen en het openen van de portieren en de achterklep zorgen voor het tijdelijk branden van de leeslampjes en de lichten.
Verlichting dashboardkastje
Het lampje 2 gaat branden bij het openen van de klep.
Bagageverlichting
Het lampje 3 gaat branden bij het openen van de bagageruimte.