Terug naar de lijst

BINNENVERLICHTING

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Leesspots

Met de schakelaar 1, kunt u kiezen voor:

- een constant brandende verlichting;

- het onmiddellijk uitgaan.

In het bedieningsscherm kunt u de ontsteking van de binnenlichten bij het openen van de deuren of de bagageruimte in- of uitschakelen. Raadpleeg daartoe de paragraaf “Menu voor het personaliseren van de auto-instellingen” in hoofdstuk 1.

Het ontgrendelen en het openen van de portieren en de achterklep zorgen voor het tijdelijk branden van de leeslampjes en de lichten.

Verlichting dashboardkastje

Het lampje 2 gaat branden bij het openen van de klep.

Bagageverlichting

Het lampje 3 gaat branden bij het openen van de bagageruimte.