OLIEPEIL VAN DE MOTOR: (bij)vullen, aftappen
(Bij)vullen
De auto moet horizontaal staan en de motor moet koud zijn (bijvoorbeeld voordat u ‘s morgens wegrijdt).
- Draai de dop 1 los;
- vul bij (in de regel ligt de hoeveelheid tussen de aflezingen “mini" en "maxi" op de peilstok 2 tussen 1,5 en 2 liter, afhankelijk van de motor);
- wacht 20 minuten om de olie naar beneden te laten zakken in de motor;
- controleer het peil met de peilstaaf 2 zoals hiervoor is beschreven.
Als u het peil heeft gelezen, moet u de peilstaaf tegen de aanslag terugplaatsen of de peildop geheel vastdraaien.
Vul nooit bij tot boven het peil “maxi" en vergeet niet de dop 1 en de peilstaaf 2 weer terug te plaatsen.
Voordat u iets doet onder de motorkap, moet u het contact afzetten. STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR: auto met sleutel DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.
Motorolie bijvullen
Gebruik een trechter of bescherm het gedeelte rond te vulopening om te voorkomen dat er motorolie op een warm gedeelte van de motorruimte of een gevoelig onderdeel (d.z.w. elektrische onderdelen) terechtkomt.
Risico van brand.
(Bij)vullen
De auto moet horizontaal staan en de motor moet koud zijn (bijvoorbeeld voordat u ‘s morgens wegrijdt).
- Draai de dop 1 los;
- vul bij (in de regel ligt de hoeveelheid tussen de aflezingen “mini" en "maxi" op de peilstok 2 tussen 1,5 en 2 liter, afhankelijk van de motor);
- wacht 20 minuten om de olie naar beneden te laten zakken in de motor;
- controleer het peil met de peilstaaf 2 zoals hiervoor is beschreven.
Als u het peil heeft gelezen, moet u de peilstaaf tegen de aanslag terugplaatsen of de peildop geheel vastdraaien.
Vul nooit bij tot boven het peil “maxi" en vergeet niet de dop 1 en de peilstaaf 2 weer terug te plaatsen.
Voordat u iets doet onder de motorkap, moet u het contact afzetten. STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR: auto met sleutel DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.
Motorolie bijvullen
Gebruik een trechter of bescherm het gedeelte rond te vulopening om te voorkomen dat er motorolie op een warm gedeelte van de motorruimte of een gevoelig onderdeel (d.z.w. elektrische onderdelen) terechtkomt.
Risico van brand.
Olie verversen
Interval: raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.
Inhoud bij verversen
Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto of neem contact op met een merkdealer.
Controleer het motoroliepeil altijd met behulp van de peilstaaf zoals hiervoor is uitgelegd (het mag nooit lager dan het minimumpeil of hoger dan het maximumpeil van de peilstaaf zijn).
Overschrijding van het maximumpeil van de motorolie
Het maximumpeil mag nooit worden overschreden: dit kan leiden tot schade aan de motor en het antiluchtverontreinigingssysteem.
Als het peil boven het maximum is, start de motor dan niet en roep de hulp in van een merkdealer.
Soort motorolie
Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen.
Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.
Verwondingsgevaar.
Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar.
Oliepeil bijvullen en/of controleren: let er bij het bijvullen of controleren van het oliepeil op dat er geen olie op de motoronderdelen lekt.
Vergeet niet de dop goed te sluiten en de peilstaaf terug te plaatsen om te voorkomen dat er olie op hete motoronderdelen spat.
Risico van brand.
Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien: uitlaatgassen zijn giftig.
Olie aftappen: let op bij het aftappen van hete olie dat u zich er niet aan brandt.