Terug naar de lijst

LEKKE BAND, RESERVEWIEL

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Voor de auto’s die hiermee uitgerust zijn, bevindt het zich onder de chassis.

Reservewiel verwijderen

- Steek, afhankelijk van de auto, het verlengde uiteinde van de ontgrendelingssleutel met het zeskantige verlengstuk 5 en de wielmoersleutel 6 3 in uitsparing 1 of 4 (door het gebruik van ander gereedschap kan het mechanisme beschadigd raken);

- laat het reservewiel zoveel mogelijk zakken;

- maak het 2-element van de velg los;

- laat onderdeel 2 via de velg lopen (zoals aangegeven in A) en maak zo het wiel vrij.

Laat het reservewiel regelmatig door uw dealer controleren. Na verloop van tijd kan het door veroudering onbruikbaar worden.

In sommige gevallen (lekke band achter, beladen auto met aanhanger…) kan het nodig zijn de auto van tevoren op te lichten (met aanslagpunt dat het dichtst bij het betreffende wiel is) om bij het reservewiel te komen (raadpleeg paragraaf “verwisselen van een wiel: auto met enkele wielen” in hoofdstuk 5).

Terugplaatsen van een wiel

Ga in omgekeerde volgorde te werk:

- Leg het wiel horizontaal onder de auto. Het ventiel 7 moet naar u toe gericht zijn. Risico op verlies van het wiel als de montage van het wiel niet in de juiste richting gebeurt.

- steek de bevestigingskabel en element 2 door de velg;

- plaats het element 2 in het midden van het wiel en klem het vast aan de velg;

- zet de bevestigingskabel zoveel mogelijk weer vast en controleer of het wiel goed vergrendeld is.

N.B.: plaats geen wiel met lekke band met aluminium velgen in de lier van het reservewiel. Let op dat de lier weer goed omhoog gezet is.

Leg het wiel met de lekke band plat op de grond, met het ventiel 7 verplicht naar u toe. Risico om het wiel te verliezen.

Raak het uitlaatsysteem niet aan.

Risico van brandwonden.