Terug naar de lijst

MOTORKAP

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Trek aan de knop 1 om deze te openen.

Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).

Veiligheidshaak van de motorkap

Til de motorkap enigszins omhoog en til de veiligheidshaak 2 in het midden van de motorkap omhoog om hem te openen.

Motorkap openen

Trek de motorkap zover mogelijk omhoog, maak de steun 4 los uit de klem 5 en plaats hem in de uitsparing 3 van de motorkap en niet ergens anders.

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

Sluiten van de motorkap

Controleer voordat u de motorkap sluit of er geen gereedschap of andere voorwerpen in de motorruimte zijn achtergebleven.

Voor het weer sluiten van de motorkap, plaatst u de steun 4 in de bevestiging 5. Pak de motorkap in het midden vast en laat hem van een hoogte van 30 cm dichtvallen. Deze wordt door het gewicht ervan vergrendeld.

Controleer na werkzaamheden in de motorruimte of er niets is vergeten (lappen, gereedschap, enz.).

Deze kunnen de motor beschadigen of brand veroorzaken.

Controleer de vergrendeling van de kap.

Controleer of niets de vergrendeling belemmert (steentje, doek, enz.).

Bij een botsing, zelfs een lichte, tegen de grille of de motorkap moet u zo snel mogelijk het vergrendelingssysteem van de motorkap laten controleren door een merkdealer.

MOTORKAP