ACHTERBANK
ACHTERBANK
Gebruiksmogelijkheden
Verschuifbare bank

Voor het ontgrendelen van de bank
Til de hendel 2 op.
Zet de bank naar voren of naar achteren in de gewenste stand.
Laat de hendel 2 los en controleer of de bank goed is vergrendeld.
Rugleuning verstellen
(er zijn drie standen mogelijk)
Trek aan de hendel 1.
Rugleuning neerklappen

Trek aan de riem 3 of trek aan de handgreep 4 in de bagageruimte. De rugleuning klapt vanzelf neer.
WAARSCHUWING
Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.
WAARSCHUWING
Zorg dat de ankerpunten niet zijn geblokkeerd (arm of been, dier, steentjes, kleding,
speelgoed, enz.) terwijl de achterstoelen worden verplaatst.
Om toegang te krijgen tot de achterstoelen van de derde rij
(afhankelijk van de auto)

- Trek aan de handgreep 1;
- kantel de rugleuning van de tweede zitrij naar voren (beweging A);
- duw de stoel naar voren (beweging B);
- ga op de achterstoel van de derde zitrij zitten;
- houd de rugleuning van de tweede zitrij vast en kantel deze naar achteren;
- controleer of de stoel goed vergrendeld is.
Om een stoel van de derde zitrij uit te klappen
(afhankelijk van de auto)


- Krijg toegang tot de achterstoelen van de derde rij;
- duw de rugleuning van de derde zitrij en kantel deze naar achteren (beweging C), totdat u de gewenste hoek hebt bereikt (drie mogelijke standen);
of
- vanuit de bagageruimte, trekt u aan de band 5 en kantel u de rugleuning van de derde zitrij naar achteren (beweging C) totdat u de gewenste hoek hebt bereikt (drie mogelijke standen);
- controleer of de stoel goed vergrendeld is.
WAARSCHUWING
Zorg dat de ankerpunten niet zijn geblokkeerd (arm of been, dier, steentjes, kleding,
speelgoed, enz.) terwijl de achterstoelen worden verplaatst.
Beperking voor het gebruik
Wanneer er een passagier op een achterstoel van de derde rij zit, is het verboden
te rijden met een neergeklapte rugleuning of stoel van de tweede rij.
WAARSCHUWING
Controleer na het terugkantelen van de rugleuning of deze weer goed is vergrendeld.
Let op bij het gebruik van een stoelhoes, dat deze de vergrendeling van de rugleuning niet belemmert.
Let op de juiste stand van de autogordels.
Plaats de hoofdsteunen terug.
WAARSCHUWING
Zorg dat de ankerpunten niet zijn geblokkeerd (arm of been, dier, steentjes, kleding,
speelgoed, enz.) terwijl de achterstoelen worden verplaatst.
Armsteun in het midden achterin
(afhankelijk van de auto)


Verlaag de middelste armsteun 6 of, afhankelijk van de auto, trek aan de riem 8.
De centrale armsteun achter 6 is voorzien van twee bekerhouders 7.