Terug naar de lijst

OLIEPEIL VAN DE MOTOR: algemeen

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Iedere motor verbruikt wat olie voor het smeren en koelen van de bewegende delen in de motor. Het is daarom normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten olie moet bijvullen.

Indien u na de inrijperiode echter meer dan 0,5 liter olie per 1000 km moet bijvullen, dient u dit aan een merkdealer te melden.

Controleer het oliepeil regelmatig en in ieder geval voor elke grote reis: vul indien nodig tijdig olie bij om ernstige schade aan de motor te voorkomen.

Aflezen van het oliepeil

De auto moet horizontaal staan en de motor mag geruime tijd niet hebben gedraaid.

Voor het exacte oliepeil en het controleren of het maximum peil niet overschreden is (risico van beschadiging van de motor), moet u de peilstaaf gebruiken. Raadpleeg de volgende bladzijden.

Het display van het instrumentenpaneel waarschuwt uitsluitend als het oliepeil minimaal is.

- haal de peilstaaf eruit en veeg hem af met een droge en niet pluizende doek;

- steek de peilstaaf weer zo diep mogelijk in zijn houder, (als de motor een “peildop” C heeft, draait u deze geheel vast);

- haal de peilstaaf weer uit de motor;

- lees het peil af: dit mag nooit lager zijn dan het “minimumpeil” A en nooit hoger zijn dan het “maximumpeil” B.

Als u het peil heeft gelezen, moet u de peilstaaf tegen de aanslag terugplaatsen of de peildop geheel vastdraaien.

Om spatten te voorkomen, adviseren wij een trechter te gebruiken bij het (bij)vullen van olie.

Overschrijding van het maximumpeil van de motorolie

Het maximumpeil B mag nooit worden overschreden: hierdoor bestaat het gevaar dat de motor en katalysator beschadigd worden.

Als het peil boven het maximum is, start de motor dan niet en roep de hulp in van een merkdealer.

Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).