Terug naar de lijst

OLIEPEIL VAN DE MOTOR: (bij)vullen, aftappen

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

(Bij)vullen

De auto moet horizontaal staan en de motor moet koud zijn (bijvoorbeeld voordat u ‘s morgens wegrijdt).

- Draai de dop 1 los;

- breng de olie op peil (capaciteit tussen “mini” en “maxi” van de peilstaaf 2 en tussen 0,9 en 2 liter, afhankelijk van de motor);

- wacht 20 minuten om de olie naar beneden te laten zakken in de motor;

- controleer het peil met de peilstaaf 2 zoals hiervoor is beschreven.

Als u het peil heeft gelezen, moet u de peilstaaf tegen de aanslag terugplaatsen of de peildop geheel vastdraaien.

Olie verversen

Interval: raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Inhoud bij verversen

Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto of neem contact op met een merkdealer. Controleer het motoroliepeil altijd met behulp van de peilstaaf zoals hiervoor is uitgelegd (het mag nooit lager dan het minimumpeil of hoger dan het maximumpeil van de peilstaaf zijn).

Soort motorolie

Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Voordat u iets doet onder de motorkap, moet u het contact afzetten. STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR: auto met sleutel of DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.

Vul nooit bij tot boven het maximumpeil en vergeet niet de dop 1 en de peilstaaf 2 weer terug te plaatsen.

Bijvullen

motorolie

Gebruik een trechter of bescherm het gedeelte rond te vulopening om te voorkomen dat er motorolie op een warm gedeelte van de motorruimte of een gevoelig onderdeel (d.z.w. elektrische onderdelen) terechtkomt.

Risico van brand.

Overschrijding van het maximumpeil van de motorolie

Het maximumpeil mag nooit worden overschreden: dit kan leiden tot schade aan de motor en het antiluchtverontreinigingssysteem.

Als het peil boven het maximum is, start de motor dan niet en roep de hulp in van een merkdealer.

Olie aftappen: let op bij het aftappen van hete olie dat u zich er niet aan brandt.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Oliepeil bijvullen en/of controleren: let er bij het bijvullen of controleren van het oliepeil op dat er geen olie op de motoronderdelen lekt.

Vergeet niet de dop goed te sluiten en de peilstok terug te plaatsen om te voorkomen dat er olie op hete motoronderdelen spat.

Risico van brand.

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien: uitlaatgassen zijn giftig.

DE 1.5 DCI 115-DIESELMOTOR

DE 1.5 DCI 85-DIESELMOTOR

DE 1.3 TCE 130-MOTOR MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK

VLOEISTOFNIVEAUS CONTROLEREN (MOTOROLIE, KOELVLOEISTOF, REMVLOEISTOF)

DE 1.0 TCE 100-BENZINEMOTOR MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK

DE 1.0 SCE 75-BENZINEMOTOR

DE 1.0 SCE 65-BENZINEMOTOR

DE 1.3 TCE 130 DCT-BENZINEMOTOR

DE 1.0 TCE 100 CVT-BENZINEMOTOR