E-TECH HYBRIDE VOERTUIG: werking

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Het E-Tech hybride systeem selecteert de verbrandingsmotor en/of de elektromotor op basis van de rijstijl (soepel, sportief enz), de verkeerssituatie en de gekozen rijmodus (zie de informatie op “MULTI-SENSE” in hoofdstuk 3 van de instructieboekje.

Diepe plassen, overstromingen:

Rijd niet verder als het water op de weg hoger staat dan de onderrand van de velgen.

Energie-indicator 1

Afhankelijk van de geselecteerde rijmodus duidt de indicator 1 de gebruikte energiestromen aan:

- de elektrische groep (tractiebatterij en elektromotor);

- Ä de verbrandingsmotor.

De kleur van de stromen varieert:

- blauw: elektrische energie;

- wit: energie geproduceerd door de verbrandingsmotor.

Stroom  AElektrische tractie”

De elektrische groep levert het vermogen om het voertuig aan te drijven.

Stroom  BVerbrandingsmotortractie”

De verbrandingsmotor levert het vermogen om het voertuig aan te drijven.

Stroom CEnergieterugwinning”

Wanneer u het gaspedaal loslaat of het rempedaal indrukt, zet de elektromotor en/of het regeneratieve remsysteem de energie die wordt geproduceerd door de vertraging van het voertuig om in elektrische energie.

Deze wordt gebruikt om het voertuig af te remmen en de tractiebatterij op te laden.

Stroom DEnergieproductie”

De verbrandingsmotor laadt de tractiebatterij op.

Opmerking: een combinatie van verschillende stromen is mogelijk (bijv. een combinatie van stroom A en stroom B betekent dat zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor het voertuig aandrijven).

Bijzonderheid

Wanneer de tractiebatterij een maximaal laadniveau bereikt, wordt regeneratief remmen (motorrem) tijdelijk verminderd.

Pas uw rijstijl hierop aan.

De motorrem mag onder geen beding gebruik van het rempedaal vervangen.

Volledig elektrische rijmodus

De indicator 2 verschijnt op het instrumentenpaneel om aan te geven dat het E-Tech hybride systeem alleen de elektrische groep gebruikt om het voertuig aan te drijven.

Wanneer het E-Tech hybride systeem de verbrandingsmotor en/of de elektromotor gebruikt om het voertuig aan te drijven, kunt u handmatig overschakelen naar de volledig elektrische modus.

Deze modus is toegankelijk als:

- de accu onvoldoende geladen is;

- als de auto minder hard rijdt dan ongeveer 50 km/u.

Druk op de schakelaar 3.

Het controlelampje van schakelaar 3 verschijnt en het controlelampje 2 verschijnt op het instrumentenpaneel.

Anders verschijnt het bericht “EV niet beschikbaar” op het instrumentenpaneel.

Druk nogmaals op de schakelaar 3 om de volledig elektrische modus uit te schakelen.

Het 3 waarschuwingslampje in de schakelaar dooft.

Het controlelampje 2 verdwijnt van het instrumentenpaneel wanneer het voertuig overschakelt naar de hybride modus en de verbrandingsmotor start.

Opmerking: als het laadniveau van de tractiebatterij laag is, schakelt het voertuig automatisch over naar de hybride modus en start de verbrandingsmotor: het controlelampje 2 verdwijnt van het instrumentenpaneel en het controlelampje van schakelaar 3 verdwijnt om dit te bevestigen.

Ventilatierooster 4

Zorg dat er geen objecten of vloeistoffen terecht komen in de ventilatieopening 4.

Neem contact op met een erkende dealer als er een object in de ventilatieopening zit of als er vloeistof lekt.

Opmerking: vanaf de achterbank hoort u mogelijk het ventilatorgeluid van het koelsysteem van de tractiebatterij.

Zorg dat u de luchtopening niet blokkeert 4.

Als de ventilatieopening wordt geblokkeerd (bijv. door een object dat erop wordt geplaatst), kan de tractiebatterij oververhit raken en de werking van de elektromotor belemmeren.

Uw E-Tech hybride voertuig is erg stil. Controleer bij het uitstappen altijd of de versnellingshendel in stand P zit; zet de parkeerrem aan en het contact uit.

RISICO OP ERNSTIG LETSEL

e-tech hybride werking