Terug naar de lijst

STOELBEKLEDINGEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Afhankelijk van de auto kunt u de stoelbekleding afnemen (onderhoud, personaliseren enz.).

Principe om stoelbekleding af te nemen

Beweeg de stoelbekleding van zowel de rugleuning als de zitting altijd in de juiste richting A om ze af te nemen: trek daarbij de klittenband niet los.

Voorzorgsmaatregelen

Wanneer de stoelbekleding afgenomen is:

- mag u de stoelen niet gebruiken;

- moet u zorg dragen voor de klittenband.

Wasvoorschriften

Houd u met name aan de wasvoorschriften die op de bekleding staan (etiketten):

- was de bekleding niet samen met ander textiel;

- centrifugeer de gewassen bekleding met een maximale snelheid van 800 toeren/min;

- mag u de bekleding niet meer dan 5 keer wassen.

vouw de bekleding zodra ze droog is niet op en stapel ze niet opeen (dit kan sporen nalaten);

Ernstig risico van beschadiging.

Afhankelijk van de auto heeft sommige bekleding een markering om aan te geven dat de passagiersstoel voorin over een bevestiging beschikt voor ISOFIX. Controleer of bij het terugplaatsen of het vervangen de bekleding een markering heeft die identiek is aan het origineel.

Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uitgevoerd als de auto stilstaat.

Wanneer u de stoelbekleding opnieuw aanbrengt, moet u ervoor zorgen dat de sluitingen van de autogordels en ISOFIXbevestigingen daadwerkelijk losgemaakt zijn.

Voorstoel

Bekleding van de rugleuning afnemen

- Verstel de rugleuning naar achter;

- open de ritssluitingen 1 en 3 van de rugleuning;

- maak de klittenband 5 los tussen de rugleuning en de zitting;

- neem de bekleding af door ze in de juiste richting (A) te bewegen.

Bekleding van de rugleuning opnieuw aanbrengen

- Verstel de rugleuning naar achter;

- plaats de bekleding op de rugleuning;

- neem de ritssluitingen 1 en 3 vast en sluit ze;

- maak de klittenband vast 2;

- maak de klittenband 5 tussen de rugleuning en de zitting vast;

Bekleding van de zitting afnemen

- Open de ritssluiting 4 van de zitting;

- neem de bekleding af door ze in de juiste richting (A) te bewegen.

Bekleding van de zitting opnieuw aanbrengen

- Plaats de bekleding op de zitting;

- sluit de ritssluiting 4 van de zitting;

- maak de klittenband 6 vast.

Achterbank

- Zet de voorstoelen naar voren;

- zet de hoofdsteunen van de achterbank omhoog;

- maak de autogordels los.

Bekleding van de zitting B afnemen

- Open de ritssluitingen 7 en 8 van de zitting B;

- neem de bekleding af door ze in de juiste richting (A) te bewegen.

Bekleding van de zitting B opnieuw aanbrengen

- Plaats de bekleding op de zitting B;

- neem de ritssluitingen 7 en 8 vast en sluit ze;

- maak de klittenband 9 vast.

Zorg dat tijdens het bewegen van de achterstoelen, er niets het verankeren kan hinderen (lichaamsdeel, dier, steentje, doek, speelgoed, enz.).

Bekleding van rugleuning C afnemen

- klap met schakelaar 11 de rugleuning C op de zitting;

- maak de klittenband 15 los tussen de rugleuning en de zitting;

- plaats de rugleuning C terug en controleer of ze goed vergrendeld is;

- open de ritssluitingen 12 en 14 van de rugleuning C;

- neem de bekleding af door ze in de juiste richting (A) te bewegen.

Bekleding van rugleuning C opnieuw aanbrengen

- Plaats de bekleding op de rugleuning C;

- schuif de middelste gordel opzij om de hoes te plaatsen;

- sluit de ritssluitingen 12 en 14 van de rugleuning C opnieuw;

- maak de klittenband vast;

- zorg ervoor dat u de bekleding van de rugleuning C correct onder de geleider van de middelste gordel 10 plaatst;

- maak de klittenband vast 13;

- schuif de onderste bekleding tussen de rugleuning C en de zitting B;

- klap met schakelaar C de rugleuning 11 op de zitting;

- maak de klittenband 15 tussen de rugleuning C en de zitting B vast;

- plaats de rugleuning C terug en controleer of ze goed vergrendeld is;

Controleer na het terugkantelen van de rugleuning of deze weer goed is vergrendeld.

Als u stoelhoezen gebruikt, moet u opletten dat deze de vergrendeling van de rugleuning niet belemmeren.

Let op de juiste stand van de autogordels.

Plaats de hoofdsteunen terug.

Bekleding van rugleuning D afnemen

- Klap met schakelaar 16 de rugleuning D op de zitting;

- maak de klittenband 17 los tussen de rugleuning en de zitting;

- open de ritssluiting 18 van de rugleuning D;

- plaats de rugleuning D terug en controleer of ze goed vergrendeld is;

- open de ritssluiting 20 van de rugleuning D;

- neem de bekleding af door ze in de juiste richting (A) te bewegen.

Bekleding van rugleuning D opnieuw aanbrengen

- Plaats de bekleding op de rugleuning D;

- sluit de ritssluiting 20 opnieuw;

- maak de klittenband vast 19;

- schuif de onderste bekleding tussen de rugleuning D en de zitting;

- kantel met schakelaar 16 de rugleuning D op de zitting;

- sluit de ritssluiting 18 van de rugleuning D opnieuw;

- maak de klittenband 17 tussen de rugleuning en de zitting vast;

- plaats de rugleuning D volledig terug en controleer of ze goed vergrendeld is;