Terug naar de lijst

GEBRUIKERSINSTELLINGEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Menu “Voertuig”

Selecteer in de modus “Voertuig” het menu “Voertuig”.

Vanuit dit menu hebt u toegang tot de volgende tabbladen:

- “Buiten”;

- “Cockpit”;

- “Autobanddruk”;

- “Update”.

Opmerking: de beschikbare instellingen kunnen variëren afhankelijk van het uitrustingsniveau.

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

“Buiten”

“Toegang”

Gebruik dit menu om de volgende opties in- of uit te schakelen:

- “Automatische deurslot tijdens het rijden”;

- “Handsfree vergrendelen/ontgrendelen”:

- “Stille modus”.

Opmerking: sommige opties zijn alleen beschikbaar als de vorige functies zijn geactiveerd.

- “toegang en start via telefoon”;

Let op: raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding van het voertuig.

-...

“Welkom”

Gebruik dit menu om de volgende opties in- of uit te schakelen:

- “Animatie buitenverlichting”;

- “Intern sequentiegeluid”;

- “Automatische uitklappen van spiegels”;

- “Binnenverlichtingsfunctie”;

-...

“Rijverlichting”

Gebruik dit menu om de volgende opties in- of uit te schakelen:

- “Adaptieve verlichting”;

- “Selectie rijbaanzijde”:

- “Links”;

- “Rechts”.

-...

Opmerking: sommige opties zijn alleen beschikbaar als de vorige functies zijn geactiveerd.

“Afvegen”

Gebruik dit menu om de volgende opties in- of uit te schakelen:

- “Achterruitwisser aan bij achteruit”: de achterruitwisser wordt ingeschakeld wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld;

Opmerking: deze optie werkt enkel als de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld.

- “Automatische voorruitwissers”;

-...

“Cockpit”

“Display”

Gebruik dit menu om de “Automatische helderheid” te activeren/deactiveren en om de volgende opties aan te passen:

- “Schermhelderheid overdag”;

- “Omgevingskleur”;

-...

Opmerking: sommige opties zijn alleen beschikbaar als de vorige functies zijn geactiveerd.

“Head-up display”

(afhankelijk van de uitrusting)

Gebruik dit menu om deze optie te activeren/deactiveren en om de volgende opties aan te passen:

- het head-up display inschakelen/uitschakelen;

- lichtsterkte instellen;

- pas de positie van het beeld op het head-up display aan;

- het navigatie-informatiedisplay activeren/deactiveren;

- het informatiedisplay voor rijhulp activeren/deactiveren;

-...

“Volume richtingaanwijzer”

Gebruik dit menu om het volume van de richtingaanwijzers in het interieur aan te passen:

- “Laag”;

- “Midden”;

- “Hoog”.

“Knop voor favorieten op het stuur”

Gebruik dit menu om de “Knop voor favorieten op het stuur” te configureren door zijn functie toe te wijzen als volgt:

- “Airco”;

- “Eco-modus”;

- “360° Camera”;

- “Luchtzuiveringsinstallatie”;

-...

Opmerking: de beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van het uitrustingsniveau.

“Autobanddruk”

Gebruik dit menu om de bandenspanning van de auto te controleren en een reset uit te voeren.

Voor meer informatie over de bandenspanning, zie:

- het gedeelte over “Bandenspanning”;

- de gebruikershandleiding van de auto.

“Update”

Gebruik dit menu om toegang te krijgen tot informatie over het multimediasysteem “Update”:

- “Controleren op updates”;

- “Updaten”;

- “Update geschiedenis”;

- “Informatie”;

-...

Raadpleeg het hoofdstuk “Updaten” voor meer informatie over de “Update”.

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

“Profiel”

Wanneer het multimediasysteem is gestart, kunt u een gebruikersprofiel kiezen om voor het systeem en de auto te activeren.

U heeft ook de mogelijkheid om het verzamelen van gegevens te activeren of deactiveren.

Voor meer informatie over het verzamelen van gegevens, zie het hoofdstuk over “Services activeren”.

Selecteer het gewenste gebruikersprofiel.

Opmerking: het is alleen mogelijk om het profiel te wijzigen als de auto stilstaat.

U heeft op elk moment toegang tot uw “Profiel” via het meldingscentrum.

Functies met betrekking tot het gebruikersprofiel

De volgende instellingen zijn opgeslagen in het gebruikersprofiel:

- taal van het systeem;

- Google®-account;

- “My Renault”-account;

- instellingen van het display;

- MULTI-SENSE-instellingen;

- instellingen van de sfeerverlichting;

- instellingen van de bestuurdersstoel;

- instellingen voor de buitenspiegel;

- audio-instellingen;

- navigatie-instellingen;

- navigatiegeschiedenis;

- favorieten navigatie;

-...

Let op: het eerste profiel dat wordt gemaakt, is het standaard beheerdersprofiel. Sommige opties zijn alleen beschikbaar via het beheerdersprofiel.

Voeg een “Profiel” toe

Om een nieuw “Profiel” toe te voegen, druk op 2 en volg de instructies op het multimediascherm.

Met het pictogram 1 hebt u toegang tot de volgende functies:

- “Profielen beheren”;

- “Accounts beheren”;

- “Profiel verwijderen”;

- “Gast profiel”.

Let op: configuratie is vereist bij elk nieuw “Profiel” dat wordt gemaakt. Zie het hoofdstuk “Services activeren”.

“Profiel” instellingen

In zone A kunt u het volgende wijzigen:

- “Naam”

- “Afbeelding”;

- “Profielbescherming”:

- “Vergrendelingsmodus selecteren”;

- “ID wissen”;

- “Profiel ontgrendelen met telefoon”.

- “My Renault account” (alleen beschikbaar in het beheerdersprofiel);

- “Google®”-account;

- “Gegevens & locatie delen met Renault”;

Let op: u krijgt informatie over het delen van gegevens als u klikt op het pictogram 3.

- “Privacyvoorwaarden”.

Om uw persoonlijke gegevens beter te beschermen, adviseren we om uw profiel te vergrendelen.

“Gast”-profiel

Het “Gast”-profiel (GUEST) 4 biedt toegang tot sommige functies van het multimediasysteem, zoals een gebruikersprofiel.

Het Gast-profiel wordt gereset als het systeem opnieuw wordt opgestart; de instellingen worden niet opgeslagen.

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

uw gebruikersprofiel aanpassen