ELEKTRISCHE AUTO
Menu “Programmeren” | |
Open vanuit het menu “Instellingen” en vervolgens het tabblad “Voertuig” het menu “Programmeren” om het opladen van de auto te configureren vanuit het tabblad “Lading” 6, om comforttemperaturen te configureren vanuit het tabblad “Airco” 5 en om al uw instellingen vanuit het tabblad “Calendar” 4 te bekijken. Velden A, B en C geven datums, tijdstippen en geactiveerde programma’s weer. Opmerking: Het opladen begint als de motor wordt uitgeschakeld, de auto wordt aangesloten op een voedingsbron en toegang is toegestaan. |
Programmeren van het opladen
Onmiddellijk opladen 1
Zodra uw auto is aangesloten op een voedingsbron, begint het opladen.
Zone A geeft aan dat ´Onmiddellijk opladen´ is geactiveerd.
Het onmiddellijk laden begint zodra de geplande tijd voor uitgesteld laden is bereikt.
“Postponed charge” 2
Zelfs wanneer uw auto is aangesloten op een voedingsbron, kunt u de starttijd voor het opladen programmeren.
Druk op “Bewerken” 7 om de instellingen te openen en de starttijd voor het opladen in te stellen.
Stel de starttijd voor het opladen in en druk vervolgens op “Sluiten” om te bevestigen.
Veld B geeft de geprogrammeerde starttijd voor het opladen aan.
“Programma” 3
U kunt diverse geprogrammeerd oplaadtijdstippen per week opslaan.
Geprogrammeerde tijden verschijnen in veld C.
Druk op “Bewerken” 8 om de programmeerbare configuratie-instellingen te openen.
Selecteer de programmatijd 9 die u wilt wijzigen om naar de instellingen te gaan.
Stel de start- 11 en eindtijden 12 voor het opladen in en de dagen 13 waarvoor deze tijden gelden en druk vervolgens op “Sluiten” 14.
Om te bevestigen, drukt u op de knop Enter 10 nadat u er zeker van bent dat het gewenste programma op “ON” ingesteld is.
Druk op “OFFˮ om een programma uit te schakelen.
Opmerking:
- als de start- en eindtijd dezelfde zijn, is de oplaadperiode 24 uur;
- u kunt geen oplaadprogramma bevestigen als u geen dag in de week selecteert.
Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitgevoerd worden als de auto stilstaat.
Comfortprogramma
Vanuit het tabblad “Airco” 5 kunt u de “Comfortprogramma’s” uitschakelen of de comforttemperatuur en de tijd instellen.
De ingestelde tijden verschijnen in zone D.
Opmerking: de minimale periode tussen elk schema is 2 uur.
Druk op “Bewerken” 16 om naar de comfortinstellingen te gaan.
U kunt diverse “Comfortprogramma’s” opslaan.
Vanuit dit menu kunt u de temperatuur 17 (afhankelijk van de uitrusting) aanpassen en de opgeslagen “Comfortprogramma’s” activeren/deactiveren door op de knop 18 te drukken.
Selecteer de programmatijd 19 die u wilt wijzigen om naar de instellingen te gaan.
Opmerking: De geselecteerde temperatuur verschijnt op het menu 15.
Agenda
Op het tabblad “Calendar” 4 ziet u een overzicht van alle actieve oplaad- en comfortprogramma’s.
Als Onmiddellijk opladen is geactiveerd, wordt het histogram gevuld met de oplaadkleur.
Als Uitgesteld opladen is geactiveerd, verschijnt de voortgangskleur van het opladen zodra de starttijd voor het opladen is bereikt.
Druk op een dag op de kalender om uw instellingen te bekijken.
Menu “Energie-info” | |
Ga vanuit het menu “Info”, tabblad “Voertuig” naar het menu “Energie-info” om het energieverbruik van de auto te bekijken. Opmerking: De informatie kan variëren, afhankelijk van de motor van de auto (elektrisch of hybride). |
Histogram
Op het tabblad “Histo” 23 vindt u een afbeelding van het energieverbruik van de auto gedurende de laatste vijftien minuten rijden (grafiek):
- de perioden met energieverbruik;
- de perioden met energieterugwinning om de tractieaccu weer op te laden.
Opmerking: Afhankelijk van het multimediascherm verschijnt er aanvullende informatie onder de afbeelding.
Druk op de afbeelding om de gegevens van uw energieverbruik te bekijken.
Via het submenu 20 kunt u de handleiding van uw multimediasysteem raadplegen.
“Lijst”
Op het tabblad “Lijst” 22 geeft het multimediasysteem de diverse verbruikscijfers op uw reizen trajecten sinds de laatste keer terugzetten aan:
- “Afstand afgelegd - elektrisch”;
- “Gemiddelde snelheid”;
- “Gemiddeld stroomverbruik”;
- “Totaal verbruik” (van brandstof en/of elektriciteit);
- totaal verbruik voor airconditioning;
- totaal teruggewonnen energie;
-...
“Flow”
Op het tabblad “Flow” 21 van het multimediasysteem ziet u een diagram van de auto dat aangeeft wanneer de auto energie verbruikt of terugwint om de tractieaccu weer op te laden.