Terug naar de lijst
WIELDOPPEN

Wieldop 9
Steek het haakje van de wieldopsleutel 5 (opgeborgen bij het gereedschap) in een van de openingen langs de omtrek van de wieldop.
Om hem weer terug te plaatsen, richt u hem ten opzichte van ventiel 10.
Duw de haakjes er in, te beginnen met kant A daarna B en C en eindig met de kant tegenover ventiel D.

Wieldop 11
Maak de wieldop los met behulp van de wieldopsleutel 5 (opgeborgen in de gereedschapsset) door het haakje in de opening aan de rand van de wieldop te steken.
Plaats bij het terugplaatsen de 5 bevestigingen van de wieldop tegenover de 5 wielbouten en druk krachtig op het midden van de wieldop om hem op het wiel vast te klemmen.