AIRCONDITIONING: informatie en bedieningsinstructies
Tips voor het gebruik
In sommige gevallen, (airconditioning uit, luchtkringloop in werking, ventilatiesnelheid nul of laag, enz.) kunnen de ruiten van de auto beslaan.
Als de ruiten beslagen zijn, gebruikt u de functie “helder zicht” om het doorzicht te verbeteren; gebruik bij voorkeur de airconditioning in de automatische werkstand om het beslaan te voorkomen.
Verbruik
Het is normaal dat het brandstofverbruik hoger is (vooral in stadsverkeer) als u de airconditioning gebruikt.
Voor auto’s met een airconditioning zonder automatische werkstand, zet het systeem uit, als u het niet meer nodig hebt.
Tips voor zuinig rijden en minder luchtverontreiniging
Rijd met open ventilatierooster en gesloten ruiten. Open bij zeer warm weer of als de auto in de zon heeft gestaan enkele minuten de portieren voordat u start, zodat de hete lucht uit de auto kan ontsnappen.
Onderhoud
Raadpleeg voor de controle-intervallen het onderhoudsdocument van uw auto.
Storingen
Raadpleeg bij een storing altijd een merkdealer.
- Minder goede werking van ontdooien, ontwasemen of airconditioning.
Dit kan het gevolg zijn van een vervuild patroon van het interieurfilter.
- Geen gekoelde lucht.
Controleer of alle bedieningsorganen in de juiste stand staan en de zekeringen goed zijn. Als dit niet zo is moet u het systeem stoppen.
Water onder de auto
Maak u zich niet ongerust als er condenswater onder de auto druppelt, dit is normaal na langdurig gebruik van de airconditioning.
Auto’s uitgerust met de ECO-modus
Als de ECO-modus actief is, kan de werking van de airconditioning verminderen. Raadpleeg de paragraaf "Tips voor het rijden, zuinig rijden" in hoofdstuk 2.
Stop niets in het ventilatiecircuit van de auto (bijvoorbeeld in geval van stank enz.).
Risico van explosie of brand.
Gebruik de airconditioning regelmatig, ook bij koud weer; laat de airco ten minste eenmaal per maand gedurende ongeveer 5 minuten draaien.
Maak nooit de slangen van de airconditioning los. Dit is gevaarlijk voor de ogen en de huid.
Het airconditioningssysteem bevat fluorhoudende broeikasgassen.
Afhankelijk van het voertuig, u kunt de volgende informatie vinden op sticker A in de motorruimte.
De aanwezigheid en de plaats van de informatie op sticker A zijn afhankelijk van de auto.
Ñ Type airconditioningsvloeistof
Type olie in de slangen van de airconditioning
Ontvlambaar product
Raadpleeg het instructieboekje
Onderhoud
Hoeveelheid airconditioningsvloeistof aanwezig in de auto. | ||
x,xxx kg
| ||
Global Warming Potential oftewel aardopwarmingsvermogen (CO2-equivalent). | ||
GWP xxxxx
| ||
Hoeveelheid in gewicht en CO2-equivalent. | ||
CO2-equivalent x,xx t
| ||
Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).
Maak nooit de slangen van de airconditioning los. Dit is gevaarlijk voor de ogen en de huid.