Terug naar de lijst

KOPLAMPEN: vervangen van een lamp

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Grootlicht/Dimlicht met halogeenlampen

Draai de kap A of B een kwart slag, en haal de stekker 1 of 4 los.

Maak de klem 2 los door deze in te drukken of draai de lamphouder 3 en verwijder deze.

Vervang de lamp.

Dimlicht 1H7

Grootlicht 3H9

Gebruik uitsluitend anti-U.V. 55W lampen om de plastic ruit van de koplampen niet te beschadigen.

Raak het lampglas niet aan. Houd de lamp vast aan de metalen voet.

Vergeet niet, na het vervangen van de lamp, de kap terug te plaatsen.

Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).

De lampen staan onder druk en kunnen openbarsten bij het vervangen.

Verwondingsgevaar

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

LED-dagrijverlichting en markeringslichten 5

Raadpleeg een merkdealer.

De lampen staan onder druk en kunnen openbarsten bij het vervangen.

Verwondingsgevaar

LED-grootlicht 6

Raadpleeg een merkdealer.

LED-dimlicht 7

Raadpleeg een merkdealer.

LED-richtingaanwijzers 8

Raadpleeg een merkdealer.

Mistlichten voor 9

Raadpleeg een merkdealer.

Zorg dat u altijd een doos met reservelampen en -zekeringen in de auto hebt, deze is verkrijgbaar bij uw merkdealer.

Extra lampen

Vraag uw merkdealer om advies als u mistlichten op uw auto wilt monteren.

Wijzig niet zelf de bedrading van de auto want door een verkeerde aansluiting kan de elektrische installatie worden beschadigd (bedrading, organen en in het bijzonder de dynamo). Laat eventuele veranderingen door een merkdealer uitvoeren. Hij beschikt over de noodzakelijke onderdelen.