Zekeringen
Zekeringen
Zekeringkastje
Controleer de staat van de zekeringen als een elektrisch apparaat niet werkt.
De zekeringen zitten achter het opbergvak A. Open de klep van het opbergvak A met behulp van de openingsknop 1.
Draai dan de aanslagen 2 een kwartslag (beweging B en C) om deze te verwijderen.
Haak de draad 3 los om de klep van het opbergvak te ontgrendelen en toegang te krijgen tot de zekeringkast.
Kantel de klep van het opbergvak A zo ver mogelijk naar beneden.
U hebt dan direct toegang tot de zekeringkast 4.
Zekeringkast D
Maak het klepje 5 los.
Klem 6
Verwijder de zekering met behulp van de klem 6 die op de zekeringenplaat zit.
U kunt de zekering uit het tangetje schuiven.
Gebruik niet de ongebruikte plaatsen op de zekeringplaat om reservezekeringen in te
steken.
WAARSCHUWING
Controleer de zekering in kwestie en vervang deze indien nodig door een zekering met dezelfde classificatie als het origineel.
Door een te sterke zekering kan de bedrading te heet worden en kan brand ontstaan
als een elektrisch orgaan door een storing te veel stroom verbruikt.
Raad
Om te voldoen aan lokale voorschriften of uit voorzorg:
zorg dat u altijd reservelampen en zekeringen in uw auto heeft, een merkdealer kan
u deze leveren.
Bestemming van de zekeringen
(de aanwezigheid van de zekeringen hangt van het uitrustingsniveau van de auto af)
Voertuigen die zijn uitgerust met een zekeringtoewijzingssticker
Raad
Afhankelijk van het voertuig kunt u de zekeringstoewijzingssticker in het opbergvak
gebruiken om de zekeringen te identificeren.
Zekeringenkast D: het zekeringlabel zit achter op de klep 5.
Bepaalde zekeringen mogen alleen worden vervangen door een vakman. Deze zekeringen
staan niet vermeld op het label.
U mag enkel werkzaamheden uitvoeren aan de zekeringen die zijn aangegeven op de sticker.
Symbool | Bestemming |
 | Richtingaanwijzers, alarmknipperlichten |
 | Remlichten |
 | Achterruitwisser |
 | Elektrische ruitbediening met sneltoets |
 | Aansluiting trekhaak |
 | Multimedia-accessoireaansluiting, multimediascherm |
 | Aansluitingen voor aansteker en accessoires voor en achter, tweede rij |
Voertuigen die niet zijn uitgerust met een zekeringtoewijzingssticker
| Nummer | Bestemming |
| 1 | Stuurbekrachtiging |
| 2 | ESP/ABR-ECU remlichtschakelaar |
| 3 | Alarm ECU. |
| 4 | BCM |
| 5 | EBA |
| 6 | Versterker |
| 7 | Bedieningsmotor rechterachterruit |
| 8 | Motor elektrische ruitbediening bestuurder |
| 9 | binnenverlichting |
| 10 | Bedieningsmotor linkerachterruit |
| 11 | Accessoireaansluiting aansluiting trekhaak/bagageruimte |
| 12 | Airbags |
| 13 | Positiegeheugen voorin ECU en stoelverstellingsregeling voorin |
| 14 | Geheugen voor de linkerstoel ECU |
| 15 | Achterklep ECU |
| 16 | Linkerbedieningselement voor de opening aan de buitenzijde |
| 17 | Motor ruitbediening passagier |
| 18 | Elektrische spiegel |
| 19 | ACC auto elek |
| 20 | Communicatiemodule voor trekhaakaansluitingen |
| 21 | Multimedia accessoires stopcontacten/Radar links en rechts/SRVM |
| 22 | Achteruitkijkspiegel ECU - multiplex deurmatrixbediening |
| 23 | Rechterbedieningselement voor de opening aan de buitenzijde |
| 24 | DLC |
| 25 | Rechterbedieningspaneel voor opening aan de buitenzijde |
| 26 | Linkerbedieningspaneel voor opening aan de buitenzijde |
| 27 | Achterruit de-icer/Verwarmde achterruit interferentiefilter |
| 28 | COE |
| 29 | CDM |
| 30 | Accessoireaansluiting op eerste rij |
| 31 | Radio |
| 32 | Elektronisch dakgordijn |
| 33 | Instrumentenpaneel |
| 34 | Sfeerverlichting |
| 35 | Diagnoseaansluiting |
| 36 | Handsfree toegang |
| 37 | Inductieve lader/veiligheidsgordelwaarschuwingsmodule/binnenspiegel/BLM/Alarm ECU |
| 38 | Vooruitrusting voor accessoires |
| 39 | E-shift act |
| 40 | Regen- en lichtsensor, |
| 41 | Communicatiemodule/TCU voor laadbeheer |
| 42 | Stuurwielhoeksensor |
| 43 | Unit automatische parkeerrem |