WAARSCHUWING VERMOEIDHEIDSDETECTIE
De vermoeidheidsdetectie is een nuttige functie op eentonige wegen (zoals autosnelwegen).
Het rijgedrag van de bestuurder wordt geanalyseerd, inclusief diverse gebeurtenissen, om u te informeren bij elk risico op vermoeidheid, zoals:
- stuurwielbeweging;
- acties van de bestuurder op andere voorzieningen (richtingaanwijzers, ruitensproeier, enz.);
- gereden tijd zonder pauze;
-...
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden, in geval van vermoeidheid. Deze functie neemt niet de taak van de bestuurder over.
In geen geval kan deze functie de oplettendheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het rijden vervangen.
Inschakelen/uitschakelen
Auto’s met een multimediasysteem
Kies op het multimediascherm 1 het menu “Voertuig”, “Hulp bij het rijden”, “Driver Alert System” en kies dan “ON” of “OFF”.
Wanneer de motor wordt gestart, blijft het systeem in dezelfde staat als vóór het uitzetten van het contact.
Om direct naar het menu “Hulp bij het rijden” te gaan, drukt u op de toets 2 .
Auto’s zonder multimediasysteem
- Druk bij stilstaande auto lang op de schakelaar 4 OK om naar het menu met de instellingen te gaan;
- druk de schakelaar 5 achtereenvolgens naar boven of naar beneden tot u bij het menu “Hulp bij het rijden” komt. Druk op de schakelaar 4 OK;
- druk de schakelaar 5 aherhaaldelijk omhoog of omlaag tot u bij het menu “Driver Alert System” komt; druk dan op de schakelaar 4 OK;
- Druk opnieuw op de schakelaar 4 OK om de functie te activeren of te deactiveren.
Werking
De functie is gereed om te waarschuwen als:
- de auto rijdt sneller dan ongeveer 60 km/u;
en
- Na het verwijderen van de vorige waarschuwing zijn er ongeveer 15 minuten verstreken.
De functie geeft een waarschuwing als het systeem herhaaldelijk tekenen van vermoeidheid detecteert bij de bestuurder.
Als het gevaar van vermoeidheid bestaat, verschijnt het bericht “Driver Alert Neem een pauze” op het instrumentenpaneel, samen met een geluidssignaal.
Druk op de schakelaar 4 OK om de waarschuwing te wissen.
Het is raadzaam om zo snel mogelijk te stoppen voor een pauze.
Opmerking:
- Als de waarschuwing niet wordt verwijderd door te drukken op de schakelaar 4 OK, wordt de piep herhaald.
- De functie kan een bepaalde rijstijl interpreteren als een teken van vermoeidheid (“sportief” rijden, onjuist rijden, enz.) of van rijden op een weg in slechte staat.
storingen
Wanneer het systeem een storing waarneemt, verschijnt het bericht “Controleer Driver Alert ” op het instrumentenpaneel. Roep de hulp in van een merkdealer.