Terug naar de lijst

STUURWIEL, STUURBEKRACHTIGING

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Afstellen van het stuurwiel

Afhankelijk van de auto, is de stand van het stuurwiel in hoogte verstelbaar.

Laat de hendel 1 zakken en zet het stuurwiel in de gewenste stand.

Til daarna de hendel geheel terug omhoog en voorbij het zware punt om het stuurwiel te blokkeren.

Controleer of het stuurwiel goed is vergrendeld.

Voer deze verstellingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

Stuurbekrachtiging

Rijd nooit met een accu die niet genoeg geladen is.

Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging

De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging past de mate van bekrachtiging automatisch aan de snelheid waarmee u rijdt aan.

Bij het parkeren is er veel bekrachtiging (voor meer comfort) en met het toenemen van de snelheid vermindert de bekrachtiging (voor een grotere veiligheid bij snel rijden).

Bijzonderheid van Stop and Start

Wanneer de motor op stand-by wordt gezet, werkt de stuurbekrachtiging niet. In dit geval wordt de stuurbekrachtiging opnieuw ingeschakeld wanneer de motor opnieuw wordt gestart of de snelheid hoger wordt dan 1 km/u (afdaling, helling enz.).

Laat het stuurwiel niet in een uiterste stand gedraaid staan als de auto stil staat.

Bij stilstaande motor of bij een storing in het systeem blijft het mogelijk het stuurwiel te draaien. Er moet meer kracht gezet worden.

Draai nooit aan het stuurwiel wanneer de accu is ontkoppeld.

Zet nooit de motor af tijdens het rijden: bij uitgeschakelde motor is er geen bekrachtiging.