KOPLAMPEN AFSTELLEN

Bij de auto’s die ermee uitgerust zijn, kan de knop A de stand van de koplampen aanpassen aan de belasting.
Als u deze knop A omlaag draait dan gaan de lichtbundels naar beneden; draait u de knop omhoog dan gaan de lichtbundels ook omhoog.
In geval van handmatige instellingen Voorbeelden van de stand van de schakelaar A, afhankelijk van de belading | ||
---|---|---|
Halogeen koplampen | LED-koplamp | |
0 | 0 | Bestuurder alleen of met een passagier voorin |
1 | 1 | Alle stoelen bezet |
1 | 2 | Bestuurder met passagiers en bagage (of belading) tot de maximaal toegelaten totale massa |
2 | 3 | Bestuurder zonder passagiers of bagage (of belading) tot de maximaal toegelaten totale massa |
4 | 4 | Te gebruiken afhankelijk van de belasting van de auto |
In de volgende tabel ziet u enkele voorbeelden. Stel in alle gevallen bediening A in volgens de belading van de auto, zodat de weg goed zichtbaar is en andere weggebruikers niet verblind worden. |
Wanneer u links rijdt met een auto met de bestuurdersstoel aan de linkerkant (of andersom), bent u verplicht om tijdens uw verblijf de lichten tijdelijk af te stellen.

Tijdelijke afstelling
Open de motorkap en zoek de markering B nabij een van de koplampen.
Draai voor elke halogeen koplamp de schroef 1 met een schroevendraaier een kwartslag naar het symbool - om de lichtbundel omlaag te richten.
Na de rit de oorspronkelijke stand herstellen: draai de schroef 1 een kwartslag naar het symbool + om de lichtbundel omhoog te richten.
Draai voor elke LED-koplamp de schroef 1 met een schroevendraaier een halve slag naar het symbool - om de lichtbundel omlaag te richten.
Na de rit de oorspronkelijke stand herstellen: draai de schroef 1 een halve slag naar het symbool + om de lichtbundel omhoog te richten.