Terug naar de lijst

SFEERVERLICHTING

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Menu “Omgevingsverlichting”

Druk vanuit de “Voertuig” op de knop “Configureren” knop in het menu “MULTI-SENSE” menu, vervolgens op het tabblad “Leven aan boord” gevolgd door "Omgevingsverlichting".

Met dit menu stelt u de sfeerverlichting van het interieur in:

- “Wijzingen”;

- “Persoonlijk”.

“Wijzingen”

Druk om de kleur van de sfeerverlichting geleidelijk te wijzigen op “Wijzingen”.

Het multimediasysteem past de sfeerverlichting automatisch zodanig voor u aan dat de sfeerverlichting de kleur krijgt die het beste bij het tijdstip van de dag past.

“Persoonlijk”

Om de kleur van de sfeerverlichting van uw auto te wijzigen, drukt u op “Persoonlijk” en vervolgens op het pictogram 1. Selecteer een van de kleuren uit de kleuren die worden aangeboden op het ronde palet 2 door de knop 4 te verplaatsen.

De binnenste cirkel 3 vertegenwoordigt de sfeerkleur van het multimediascherm en het instrumentenpaneel van uw auto.

Druk op “OK” om uw kleurkeuze te bevestigen of druk op “Annuleren” om de geselecteerde kleur te verwijderen.

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

“Licht intensiteit”

U kunt de intensiteit van de sfeerverlichting regelen.

Druk vanuit de “Voertuig” modus op de knop “Configureren” in het menu “MULTI-SENSE”, daarna op het tabblad “Belevenis aan boord” gevolgd door “Licht intensiteit”.

Plaats de cursor 5 op de helderheidsbalk om de helderheid van de sfeerverlichting aan te passen.

Opmerking: de helderheid van de sfeerverlichting wordt opgeslagen en gekoppeld aan de dag- of nachtmodus van de auto zoals ingesteld bij het aanpassen.

Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitgevoerd worden als de auto stilstaat.