Terug naar de lijst

EEN TELEFOON VERBINDEN, VERBINDING VERBREKEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Een telefoon verbinden

Om een telefoon aan te sluiten, moet deze vooraf worden gekoppeld. Zie “Een telefoon koppelen, ontkoppelen” voor meer informatie.

Opmerking: als er geen telefoon is verbonden met het multimediasysteem, zijn bepaalde menu’s niet actief.

Door uw telefoon te verbinden krijgt het multimediasysteem toegang tot uw telefoonfuncties. Er worden geen kopieën van uw contacten of persoonlijke gegevens opgeslagen in het multimediasysteem.

Om het multimediasysteem in staat te stellen telefoons te beheren die zijn uitgerust met “dual SIM”, configureert u uw telefoon om een standaardSIM te kunnen gebruiken. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon.

Automatische verbinding

Zodra het multimediasysteem is ingeschakeld, zoekt het in de buurt (tot 10 meter afstand) naar gekoppelde telefoons waarvan Bluetooth® is geactiveerd. Het systeem geeft automatisch de gegevens van de aangesloten telefoon weer (telefoonboek, muziek enz.).

Opmerking: als uw telefoon automatisch is verbonden met het multimediasysteem, wordt de weergave van gegevens (telefoonboek, SMS, contacten, enz.) alleen ingeschakeld als u bij het koppelen van uw telefoon aan het multimediasysteem toestemming hebt gegeven voor het delen van gegevens. Zie "Een telefoon koppelen, ontkoppelen" voor meer informatie.

Handmatig verbinden

U kunt uw telefoon handmatig verbinden met/loskoppelen van het multimediasysteem met behulp van het menu “Bluetooth®” dat toegankelijk is via:

- de “Voertuig” modus, “Instellingen”, dan “Bluetooth®”;

- het meldingscentrum, "Instellingen", vervolgens “Bluetooth®”.

Selecteer vanuit het menu “Bluetooth®” de optie “Gekoppelde apparaten” om een lijst met gekoppelde telefoons weer te geven.

Selecteer de services en de telefoon die u wilt verbinden en zorg ervoor dat Bluetooth® actief is.

Opmerking: als er een telefoongesprek gaande is tijdens de aansluiting van de telefoon, wordt dit automatisch overgezet naar de luidsprekers van de auto.

Bepaalde functies zijn alleen beschikbaar terwijl de auto stilstaat.

Op de site https://renault-connect.renault.com vindt u een lijst met compatibele telefoons.

Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitgevoerd worden als de auto stilstaat.

Services beheren

Om via het multimediasysteem rechtstreeks toegang te krijgen tot uw telefoonboek, muziek en internetverbinding, moet u het delen van gegevens toestaan via het menu “Bluetooth®” en vervolgens het instellingenpictogram 1 van de gekoppelde telefoon en nagaan of de bijbehorende SMS/Contactprofielen zijn geactiveerd.

Selecteer vanuit het menu “Bluetooth®” de services die u wenst te gebruiken:

- “Telefoongesprekken” 2: bellen en gebeld worden;

- “Multimedia” 3: toegang tot uw muziek;

- “Internettoegang” 4: toegang tot delen van internetverbinding via Bluetooth® (zie het hoofdstuk “Systeeminstellingen”);

- “SMS” 5: verzenden en ontvangen SMS;

- “Contact delen” 6: toegang tot het telefoonboek en het oproeplogboek;

-...

Opmerking: als de service is gemarkeerd, geeft dit aan dat deze geactiveerd is.

“Device management”

Selecteer vanuit de “Apps” modus, vervolgens “Device management” uw telefoon uit de voorgestelde lijst en selecteer vervolgens de telefoonservices die u wilt activeren/deactiveren:

- “Telefoon” 7;

- “Muziek” 8;

- telefoon replicatie app 9 (alleen activering);

- de 10-telefoon ontkoppelen.

Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitgevoerd worden als de auto stilstaat.

Als u de service “Internettoegang” gebruikt, kunt u om de gegevensoverdracht te versnellen ook de internetverbinding van uw telefoon gebruiken via de WIFI “Toegangspunten en verbinding delen” (onder voorbehoud van kosten en beperkingen opgelegd door uw mobiele provider).

Opmerking:

- als het pictogram van de functie is gemarkeerd, is de functie ingeschakeld;

- bij sommige telefoons kunnen de gegevens automatisch worden overgezet.

Een gekoppelde telefoon wijzigen

Selecteer vanuit “Device management” de services die u wilt verbinden met een andere telefoon die al is gekoppeld en in de apparatenlijst staat.

Let op: om een andere telefoon te verbinden, dient u eerst meerdere telefoons te hebben gekoppeld.

Verbinding met een telefoon verbreken

Selecteer vanuit het menu “Bluetooth®”Gekoppelde apparaten” en druk op “Verbinding verbreken” om de verbinding met de telefoon te verbreken.

Opmerking: als er een gesprek wordt gevoerd op het moment dat de telefoonverbinding wordt verbroken, wordt het gesprek automatisch doorgeschakeld naar uw telefoon.

Om veiligheidsredenen mogen deze handelingen alleen uitgevoerd worden als de auto stilstaat.