Terug naar de lijst

RUITENWISSERBLADEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Ruitenwisserblad voor 1

Zet met het contact aan en de motor uitgeschakeld de ruitenwisserhendel geheel omlaag: de wissers stoppen in een stand weg van de motorkap.

Til de ruitenwisserarm op 3, druk op de knop 2 om het blad los te halen 1.

Bij het monteren

Plaats het blad 3 van de ruitenwisserarm 1 in een hoek van 30°.

Schuif het blad op de arm tot het vastklemt. Controleer de vergrendeling. Laat de arm van het ruitenwisserblad voorzichtig zakken.

Zet met het contact aan de schakelaar van de ruitenwisser in ruststand.

Let op de staat van de ruitenwisserbladen. Hun levensduur hangt van u af:

- reinig de bladen, de voorruit en de achterruit regelmatig met water met zeep;

- gebruik ze niet als de voorruit of achterruit droog zijn;

- maak ze los van de voorruit of achterruit als ze lang niet gebruikt zijn.

- Controleer als het vriest, voordat u wegrijdt, of de ruitenwissers voor en achter niet aan het glas zijn vastgevroren. De wissermotor kan hierdoor te warm worden.

- Controleer regelmatig de wisserbladen.

Zodra hun werking afneemt moet u ze vervangen, ongeveer eens per jaar.

Bij het vervangen van het blad, let bij het verwijderen van het blad op, dat u hem niet op de ruit laat vallen: u zou de ruit kunnen breken.

Ruitenwisserblad achter op klapdeuren achter

- Til de ruitenwisserarm 4 op;

- kantel het blad 5 tot u weerstand voelt;

- trek het wisserblad los van de arm (richting A).

Ruitenwisserblad achterruit op achterklep

- Til de ruitenwisserarm 6 op;

- trek aan het lipje 8 (beweging B) en duw het blad 7 naar boven.

Bij het monteren

Ga te werk in omgekeerde volgorde van demontage. Controleer of het blad goed is vergrendeld.