PORTIEREN OPENEN EN SLUITEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Openen van buitenaf

Voorportieren

De voorportieren zijn voorzien van handgrepen die automatisch in- en uitklappen, afhankelijk van de voertuigstatus:

- bij het ontgrendelen van het voertuig klappen de hendels uit om toegang te bieden tot het voertuig;

- bij het vergrendelen van het voertuig klappen de hendels in;

- bij een snelheid van meer dan 5 km/u klappen de handgrepen in;

- bij het achteruitklappen klappen de handgrepen in.

Als de handgrepen zijn uitgeklapt, klappen deze na ongeveer drie minuten automatisch weer in als er geen actie wordt uitgevoerd op de portieren.

De handgreep kan zowel handmatig als elektrisch worden uitgeklapt: open de kap van het slot 2 en grijp het uiteinde A van de handgreep 1 met uw vinger.

Achterdeuren

Schuif, bij vergrendelde portieren, uw hand in de handgreep 3 en trek ze naar u toe.

Uit veiligheidsoverwegingen mag u de deur alleen openen en sluiten als de auto stilstaat.

Openen van binnenuit

Trek aan de handgreep 4.

Binnen in het voertuig kunnen de handgrepen aan de buitenkant van de voorportieren worden uitgeklapt:

- door een portier te openen;

- door één keer op de knop voor centrale vergrendeling te drukken wanneer de auto is vergrendeld of twee keer wanneer de auto is ontgrendeld.

Tijdens het rijden klappen de handgrepen automatisch in:

- zodra de auto harder rijdt dan 5 km/u;

- bij het achteruitrijden.

Waarschuwingssignaal verlichting brandt nog

Er klinkt een geluidssignaal bij het openen van het bestuurdersportier om u te waarschuwen dat de lichten nog branden.

Waarschuwing portier vergeten te sluiten

Bij stilstaande auto geeft het waarschuwingslampje  7 aan wanneer een klep of portier openstaat of niet goed gesloten is. Het controlelampje 5 geeft aan dat het portier (of de achterklep) open of niet goed gesloten is.

Zodra de auto een snelheid van ongeveer 20 km/u bereikt, verschijnen de controlelampjes  7 en 5 samen met een bericht 6 om te melden dat een portier of klep openstaat of niet goed gesloten is.

Bijzonderheid

Na het stilzetten van de motor, blijven lichten en accessoires (radio...) werken tot het bestuurdersportier geopend wordt.

Veiligheid van de kinderen

Een achterportier kan niet van binnenuit worden geopend als u het knopje 8 omlaag zet. Controleer of het portier inderdaad niet van binnenuit geopend kan worden. Herhaal dit bij het andere achterportier.

Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het parkeren of stoppen van de auto

Laat nooit, zelfs niet eventjes, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier in de auto achter als u deze verlaat.

Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten, door organen te bedienen zoals bijvoorbeeld de ruitbediening, of de portieren te vergrendelen.

Bovendien kan bij warm en/of zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel oplopen.

LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.