BRANDSTOFTANK

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Bruikbare capaciteit van de tank: tussen ongeveer 105 liter en 80 liter (afhankelijk van de auto).

Vullen van de tank

Houd u aan de volgende instructies:

- wacht met contact uit, minstens 20 seconden voordat u begint met tanken;

- open het bestuurdersportier om het klepje 1 te kunnen openen;

- ontgrendel, afhankelijk van de auto, de dop 2 met behulp van de sleutel, verwijder de dop en bevestig deze aan de flap 1;

- tank bij een gedeeltelijk gevulde tank, minimaal 10 liter brandstof.

Als deze instructies niet worden opgevolgd, klopt het bandstofpeil op het instrumentenpaneel wellicht niet.

Controleer na het tanken of de dop en het klepje goed zijn gesloten.

Tanken van brandstof

Met het contact uit kunt u na het eerste automatische afslaan aan het eind van het tanken nog maximaal twee keer verder bijvullen, zodat er nog ruimte voor het uitzetten van de brandstof overblijft.

Brandstofsoorten die voldoen aan de Europese normen die ook gelden voor de motoren van auto’s die in Europa zijn verkocht. GEGEVENS VAN DE MOTOR.

Soort brandstof

Gebruik uitsluitend dieselbrandstof. Let er op dat bij het tanken geen water bij de brandstof komt. Het afsluitsysteem van de tankdop en de omgeving ervan moeten stofvrij zijn.

Gebruik een hoogwaardige brandstof die voldoet aan de specifieke of gelijkwaardige wetgeving die van kracht is in het land waar het voertuig op de markt wordt gebracht. Dit moet overeenstemmen met de specificaties op de sticker op het kapje 1 GEGEVENS VAN DE MOTOR.

Als u brandstof wilt tanken, zet u de motor uit (dus niet stand-by bij voertuigen met de Stop and Start-functie): u moet het contact UIT zetten. STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR, FUNCTIE STOP AND START.

Risico van brand.

Vermeng de dieselbrandstof nooit met benzine (loodvrij of E85), zelfs niet een kleine hoeveelheid.

Gebruik geen ethanol als deze brandstof niet geschikt is voor uw auto.

Voeg geen reagens toe aan de brandstof, anders kan de motor beschadigd raken. REAGENSTANK.

Als u een toevoegmiddel aan de brandstof wilt toevoegen, gebruik dan een product dat is goedgekeurd door onze technische dienst.

Ga naar een merkdealer.

De vuldop is van een speciaal type.

Vraag naar ditzelfde type als u een andere dop koopt. Ga naar een merkdealer.

Rook niet tijdens het tanken en ontsteek geen open vuur in de nabijheid van de brandstoftank of de tankdop.

Maak de omgeving van het vulsysteem niet schoon met een hogedrukreiniger.

Wijzig of repareer niet zelf het brandstofsysteem (rekeneenheden, bedrading, brandstofcircuit, inspuitstukken of verstuivers, beschermkappen) vanwege de grote gevaren voor de veiligheid die hierdoor kunnen ontstaan. Laat deze werkzaamheden uitsluitend door uw merkdealer uitvoeren.

Aanhoudende stank van brandstof

In geval van een aanhoudende stank van brandstof, moet u:

- onmiddellijk stoppen, rekening houdend met het overige verkeer en het contact uitzetten;

- de alarmknipperlichten aanzetten en alle passagiers laten uitstappen en ze op veilige afstand van de auto houden;

- Als het peil normaal is, heeft dit een andere oorzaak, roep de hulp in van een merkdealer.

Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

Ontluchten van het brandstofcircuit

Als de auto stilgevallen is door brandstofgebrek, moet u het brandstofcircuit ontluchten voordat u probeert de motor weer te starten:

- de contactsleutel in de stand AAN zetten M INRIJDEN, CONTACTSLOT en wacht een paar minuten voordat u start zodat het brandstofcircuit kan ontluchten;

- draai de sleutel in de stand D. Als de motor niet start, herhaalt u de procedure.

- Als de motor na verschillende pogingen niet start: raadpleeg een merkdealer.

De randorganen (dynamo, startmotor, motorsteunen, enz.) moeten beschermd worden tegen dieselspatten.