Terug naar de lijst

OLIEPEIL VAN DE MOTOR: (bij)vullen

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

(Bij)vullen

De auto moet horizontaal staan en de motor moet koud zijn (bijvoorbeeld voordat u ‘s morgens wegrijdt).

- Draai de dop 1 los;

- vul bij. Het verschil tussen het hoogste en het laagste peil op de peilstaaf 2 is (afhankelijk van de motor) ongeveer 1,5 tot 2 liter;

- wacht 10 minuten om de olie naar beneden te laten zakken in de motor;

- controleer het peil met de peilstaaf 2 zoals hiervoor is beschreven.

Als u klaar bent, moet u de peilstaaf tegen de aanslag terugplaatsen of de dop geheel vastdraaien.

Voordat er in de motorruimte werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, moet u absoluut het contact met een druk op de motorstopknop afzetten (raadpleeg de paragraaf “Starten, stoppen van de motor” in hoofdstuk 2).

Vul nooit bij tot boven het maximumpeil en vergeet niet de dop 1 en de peilstaaf 2 weer terug te plaatsen.

Om spatten te voorkomen, adviseren wij een trechter te gebruiken bij het (bij)vullen van olie.