Terug naar de lijst

AIRCONDITIONING: informatie en bedieningsinstructies

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Tips voor het gebruik

In sommige gevallen, (airconditioning uit, luchtkringloop in werking, ventilatiesnelheid nul of laag, enz.) kunnen de ruiten van de auto beslaan.

Als de ruiten beslagen zijn, gebruikt u de functie “helder zicht” om het doorzicht te verbeteren; gebruik bij voorkeur de airconditioning in de automatische werkstand om het beslaan te voorkomen.

Auto’s uitgerust met de ECO-modus: wanneer de ECO-modus is ingeschakeld, kan de automatische airconditioning minder goed werken. Raadpleeg de paragraaf “Tips voor het rijden, zuinig rijden” in hoofdstuk 2.

Stop niets in het ventilatiecircuit van de auto (bijvoorbeeld in geval van stank enz.).

Risico van explosie of brand.

Verbruik

Het is normaal dat het brandstofverbruik hoger is (vooral in stadsverkeer) als u de airconditioning gebruikt.

Voor auto’s met een airconditioning zonder automatische werkstand, zet het systeem uit, als u het niet meer nodig hebt.

Tips voor zuinig rijden en minder luchtverontreiniging

Rijd met open ventilatierooster en gesloten ruiten.

Open bij zeer warm weer of als de auto in de zon heeft gestaan enkele minuten de portieren voordat u start, zodat de hete lucht uit de auto kan ontsnappen.

Onderhoud

Raadpleeg voor de controle-intervallen het onderhoudsdocument van uw auto.

Storingen

Raadpleeg bij een storing altijd een merkdealer.

- Minder goede werking van ontdooien, ontwasemen of airconditioning.

Dit kan het gevolg zijn van een vervuild patroon van het interieurfilter.

- Geen gekoelde lucht.

Controleer of alle bedieningsorganen in de juiste stand staan en de zekeringen goed zijn. Als dit niet zo is moet u het systeem stoppen.

Water onder de auto

Maak u zich niet ongerust als er condenswater onder de auto druppelt, dit is normaal na langdurig gebruik van de airconditioning.

Maak nooit de slangen van de airconditioning los. Dit is gevaarlijk voor de ogen en de huid.

Het airconditioningssysteem bevat fluorhoudende broeikasgassen.

Afhankelijk van het voertuig, u kunt de volgende informatie vinden op sticker A in de motorruimte.

De aanwezigheid en de plaats van de informatie op sticker A zijn afhankelijk van de auto.

Ñ Type airconditioningsvloeistof

Type olie in de slangen van de airconditioning

Ontvlambaar product

Raadpleeg het instructieboekje

Onderhoud

Hoeveelheid airconditioningsvloeistof aanwezig in de auto.

x,xxx kg

Global Warming Potential oftewel aardopwarmingsvermogen (CO2-equivalent).

GWP xxxxx

Hoeveelheid in gewicht en CO2-equivalent.

CO2-equivalent x,xx t

Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).